[Schumann Pianoconcert (soliste Myra Hess) Mozart Adagio en fuga voor strijkorkest KV 546 – Ouvertures van Weber en Wagner o.l.v. Willem Mengelberg] (Concertgebouw)
Mejuffrouw Myra Hess droeg het klavierconcert voor van Robert Schumann, een werk waarin men veel poëtische gedachten en innige kleur, doch welks conceptie den hoorder belemmert die zeer mooie invallen te omvatten als eene schoonheid. Maar 't is bekoorlijke miniatuur-klank, zorgzaam verdeeld in klassieke tinten, waarbij de clarinet- en hobo-aanwending, imitatie van Weber, opvallen als heel teere schakeeringen en warme droomerijtjes. En elders ziet men weer, gelijk in al zijne werken, hoe gaarne hij zich geheven had uit het lieve sentiment, en dat hij toch de waarde raadde, welke er ligt in de verheven opstandingen der ziel, welke zich uiten als heroïsme, epiek of pathetische allures. Hij minde ze, de vurige, felle romantiek, doch een geestestraagheid, eene apathie, een egoïsme, een lusteloosheid, wie zal de in hem zelf verscholen rede noemen? hield hem in lager-cirkelende wereldjes gevangen. Komt hij hierin niet wonderlijk overeen met het gros der Franschen, die zijn te stil strevende muziek liefhebben en verkiezen boven de geestelijker opwellende, liefdevoller en schoonere visies van Berlioz, Bruckner en Mahler?
Myra Hess, een jonge pianiste, die reeds vele malen roem behaalde, heeft men ook hier langdurige ovaties gebracht. Zij is inderdaad een zeldzame en bewonderenswaardige kunstenares. Alles in hare voordracht is feeërieke gracie, licht, simpel, levend, en bovendien van een even zeldzame technische afronding als betooverende liefelijkheid. Het zal velen genoegen doen te vernemen, dat zij Zaterdagavond optreedt in de kleine zaal van het Concertgebouw, in welk milieu de ongeëvenaarde hoedanigheden dezer arielsche natuur en virtuoze Miranda intiemer tot uiting zullen komen en den hoorder vlugger zullen raken. Want ons schijnt, dat zij door haar wezen nog voortreffelijker moet zijn als bij de fijne belijningen der kamer-muziek. We merkten reeds uit de goochelaars-étude (en forme de valse) van Saint-Saëns, - welk een streelende, klare klank! - en de étude van Chopin - welk een poëzie!
Eene kleine noviteit, Adagio und Fuga van Mozart, in Italiaanschen Cantate-stijl van dien tijd, geeft geen aanleiding tot beschouwingen. Verder dirigeerde Willem Mengelberg de ouverturen van ‘Euryanthe’ en ‘Der Fliegende Holländer’, in zeer geniale stemming, zoodat het ons verdroot hem zoo karig te zien in zijn geniale herscheppingen - onze eenigste onvoldaanheid, betreffende deze buitengewoon druk bezochte uitvoering.