Ilona Durigo (Concertgebouw, kleine zaal)
Ilona Durigo's artisticiteit is voor ons onafscheidelijk van Diepenbrock's kunst, waar zij het schoonste gaf dat in haar macht ligt. Men versta niet verkeerd... Zelfs liederen van Brahms zingt zij volmaakt, met een bewonderenswaardige techniek en mooien klank. Maar 't schijnt nu den uitvoerenden kunstenaar van den tegenwoordigen tijd onvermijdelijk zijne sympathieën te dwingen naar alle richtingen, ook de onaesthetische; men doolt; de voelhorens der ziel zoeken de geestelijke affiniteit langs de kruiswegen van den publieken smaak. Durigo zingt alles; het eene lichter, het andere moeilijker opwellend uit hare muzikaliteit; één uiting echter schijnt haar ten volle vrij uitsprekelijk: Diepenbrock's hymnische.
Ilona Durigo is door en door muzikaal; als zij een lied gaat zingen, dan zet zij zich van te voren geen idee op gelijk sommigen, zij blijft in deze beteekenis onpersoonlijk, willoos verzinkend in de uitdrukking der melodie of van 't rhythme, op dat oogenblik klinkende. Daarom lijkt zij soms zonder expressie bij gedweeën klank, bij zwak-geaccentueerde passages, welke haar niet doorgloeien. Dit hoort bij hare fijne naïveteit.
Durigo heeft ons volstrekt niet teleurgesteld, doch haar programma kon ons niet bevallen. Er waren enkele weinig-gelukkige stukjes van Beethoven, welke alleen voor den psycholoog nog beteekenis hebben; vervolgens vier liederen van Brahms......, ‘Botschaft’ van een schalksche en geestige Durigo, waardeerden we; ‘Och Moder, ich well en Ding han’ staat ook op Scholanders répertoire en hoort noch thuis bij Durigo noch bij Brahms. Hoe ongaarne combineeren we deze twee namen en twee contrasten! Liszt bracht weer teleurstelling. Prachtige brokstukken gelijk het tweede couplet van ‘Oh! quand je dors’, waar Evert Cornelis ‘un songe noir’ (basthema) orchestraal fantaseerde, - doch nooit meesterwerk. Schubert's ‘Erlkönig’ evenwel zullen we ons lang herinneren; hier vond Cornelis, die magnifiek speelt, ook een nieuwe kleur (beginmaten) en Ilona Durigo zong het slot grandioos (naïef en gepassioneerd). Daar was de muziek zulk een kunstenaresse waardig.
Waarom zingt Durigo nooit van Hugo Wolf?