Kerk-Concert [door Aaltje Noordewier-Reddingius en Pauline de Haan-Manifarges, zang en A.B.H. Verhey, orgel in de grote kerk te Naarden]
Mevrouw Noordewier-Reddingius en Pauline de Haan-Manifarges hebben met den heer A.B. Verheij een kerk-concert gegeven in den tempel te Naarden, welks muren een latere nuchterer geest bekalkte, de figuren der kapiteelen vergroovde met 't zelfde smeersel, maar de prachtige zoldering ten minste gespaard liet. Een werk van César Franck overgebracht in het milieu...? Het lijkt mij onmogelijk.
César Franck waa volbloed middeleeuwer, hij is voor mij de levende realiseering van Alberdingk Thijms dom-organist, in Franck's muziek leeft de ziel der kathedraal. Niet de uitwendige, een kunstwerk van dit soort moet, als 't leven dat het verbeeldt, twee aspecten hebben, maar de inwendige, de sfeer van stille mystiek. Franck is ook zacht, innig-intiem, Gothisch gekleurd; bij deze tonen krijgt men de sensatie van mysterieus en wierook; hij is nooit hartstochtelijk, maar altijd liefelijk-zachtaardig, fijn gevoelig als de weemoed die hij uit zijn aard in zich droeg.
Dat maakt het monumentale verschil tusschen hem en Bach, met wien hij overigens zulke diep-psychische overeenkomst heeft. Maar Bach dat is 't uitwendige der Kathedraal. Zijn orgelwerken zijn geschreven voor den geest, verstrooiingen, doch van veel hooger orde, als de tegenwoordige ‘Entrées’ en ‘Sorties’, niet voor de Elegische innigheden van het gemoed. Zij bruischen luid op als 't felle daglicht, hun rythme rolt hard en onophoudelijk als de onophoudelijke golvingen van 't uitwendige leven.
Toch is me zoo'n gekalefaterde ruimte te kil voor deze muziek. Het nadeel van zoo'n kerkbouw blijft dat hij de fantasie in die mate spant, dat ze belijnd wordt. De concert-zaal-hervormers moesten hierover eens goed mediteeren, alvorens een tempel-ruimte tot voorbeeld te stellen. De éérste emotie moet, als men naar muziek gaat luisteren, uitgaan van de muziek; ziehier het ideaal.
De heer A.B. Verhey heeft gespeeld het Praeludium und Fuga in e-mineur van J.S. Bach en de Prélude, Fugue et Variation in b-mineur, van César Franck; met betrekkelijk beperkte registratie of andere expressiviteit, doch met een technisch-zekere voordracht, welke erkentelijkheid vraagt.
Tot onze spijt moesten wij vier duetten van Max Reger laten ontglippen, waarvan wij afgaande op het gehoorde zouden willen zeggen, dat zij 't belangrijkste deel vormden van het programma der kunstenaressen. Men mag niet verzwijgen dat de uitvoerenden van kerk-concerten immer voor een onafwijsbaar dilemma staan!
De z.g. gewijde muziek voor soli en orgel bestaat al schaarsch en is bovendien weinig aanlokkelijk of erger nog, verveelt, omdat zij dateert uit een eeuw dat de tegenwoordige kunstprinciepen pas in hun eerste opkomst waren. En de uitvoerenden weten 't zelf 't best: arragementen of omwerkingen tot gewijden stijl deugen bijna nooit. Zeker niet wanneer zij moderne kunst raken.
De begeleiding van Hugo Wolfs ‘Herr, was trägt der Boden hier’ uit zijn ‘Spanisches Liederbuch’, waarin de componist het gloeiende voelen der Spanjaarden schetst met even brandende harmonieën, was niet om aan te hooren op 't orgel. Het ‘Gebet’ van Liszt werd zeer dunnetjes.
Mendelssohn is uiteraard zwak in zijn Kerkmuziek. Wat was zijn genre toch? kan men vragen; maar dit zeker niet: ‘Wohin habt ihr ihn getragen’ en ‘Das ist der Tag des Herrn’ zijn ons voorbij gegaan als bekoorlijke schoonheden van klank. Niets meer, en 't voldeed niet, doch 't gegevene zal men zelden zoo schoon-evenwichtig aantreffen: de weelde van een heerlijke sopraan in het gouden flonkerlicht van een mooien alt.
Was Mevrouw Noordewier wel reeds goed gedisponeerd, vroegen we ons even af, als de melodie hoog steeg; doch slechts even in 't voorbijgaan. De liederen, welke gekozen waren uit de verzameling van F. Coers zijn voor onzen tijd wat glad en effen in de concertzaal - zonderling! toch niet zoo glad als Mendelssohn - maar het timbre was verrukkelijk. Vooral: Heer Jezus heeft een hofken’ met de signaal schilderende strofe: ‘Trompetten en claretten en die veelkens alsoo wel’.
De kunstenaressen zullen te Amsterdam geen concert geven, daarom bespraken wij deze uitvoering. Het is jammer dat men noch mevrouw Noordewier noch mevrouw de Haan-Manifarges ooit intiem maar altijd van het verre podium hoort; wanneer eens een liederenavond in een kleine zaal? Het kerkconcert te Naarden is een groot succes geweest: de straten van het nauw-omwalde stadje vol rijtuigen en automobielen; talrijke bezoekers van heinde en verre.