Bram Eldering - Hedwig Meyer (Concertgebouw, kleine zaal)
Er waren vrienden van den violist, oud-leerlingen van Eldering en een lauwerkrans werd den kunstenaar aangeboden vóór het concert onder 't geweldig applaus van geestdriftige enthousiasten. Dit was het hoogtepunt van Zaterdagavond. Wie Bram Eldering nog niet kenden, en tot hen behoorde ik, gingen af op zijn vermaardheid en de buitengewone vriendschappelijkheid en waardeering der zeer weinige hoorders. Zij verwachtten iets ongehoords en verkneutelden zich al op een paar zaligheden. Maar ronduit gezegd: het is tegengevallen. Wij waardeeren reserve, teruggetrokkenheid van een solist. Maar er is analogie en onderscheid tegelijk tusschen koud en hoog. Bram Eldering leek ons koud. Zijn toonklank onverzorgd en nonchalant. Wat een grondige negatie overigens van den zoogenaamden virtuozenklank. Of men een man als Eldering laat spelen op een minderwaardige studieviool of op een Stradivarius, dat moet ongeveer gelijk staan. Ons lijkt dit ascetisme veel te ver gedreven. Men komt den violist toch niet hooren enkel om zich te verlustigen aan zijn losse, lenige vingers. Uit technisch oogpunt praesteert Bram Eldering overigens veel voortreffelijks. Maar hij kan zich niet meten met zijn soortgenoot Carl Flesch en aan een vergelijking met het geniale oertype dezer school, Joseph Joachim, valt niet te denken.
De Brahms-avond bracht alle drie de viool-sonates van den meester. Brahms is ook nogal in zich zelf gekeerd, streng, stroef en koel. Gecombineerd met het bijzonder vlakke, koude van den violist gaf dit niet heel veel hartelijks. Hedwig-Meyer, de Keulsche pianiste met wie Eldering den laatsten tijd concerteert, had de muziek graag van een sympathiekere zijde bekeken, men voelde dat zoo in haar vlotten sierlijken aanslag en aan de weeke soepele klankschakeeringen welke den vleugel ontvloten. Mevrouw Hedwig-Meyer is eene kunstenares met temperament. In temperament ligt gracie, gevoel, geest, ziel, alles opgesloten. Eldering is een kunstenaar zonder temperament; hij mist dus alles behalve zijn techniek. Dit dualisme deed hun samenspel niet altijd goed. Toch was er een stijging in de uitvoering. Het werd gaandeweg hoe langer hoe beter. De tweede sonate mag in ieder geval gelden als iets zeer voorbeeldigs.