Fitzner-quartett (Concertgebouw, kleine zaal)
Vergelijking is in de meeste gevallen de beste critiek omdat men den beoordeelaar dan 't eerst en 't liefst gelooft. Maar hier dringt zij zich op. Niemand toch die de Bohemers hoorde en dit Fitzner-quartett zal nalaten zich te vragen welk de voorkeur verdient. De cellist van het tweede wint het van Professor Hanus Wihan. Zijn instrument lijkt ons veel waardevoller; het timbre is weeker, rijker aan geluidsschakeering; maar behalve dat is J. Walther's spel van sensitiever voordracht en beduidend artistieker. De eerste violisten staan elkaar ongeveer gelijk. Dat R. Fitzner schijnbaar moet onderdoen voor Karel Holfman schrijven wij toe aan zijn partners, den tweeden violist W. Weissgärber en den altist J. Czerny. Men mag deze zelfs niet stellen naast Josef Suk, den fellen kunstenaar (waarom hoort men hier nooit iets van zijn belangrijke composities?) noch naast Georg Herold. Zij spelen goed maar zijn hunne gezellen niet gelijkwaardig; zie hier de zwakke zijde van het Fitzner-ensemble. Men merkte dat minder in Brahms dan in Mozart. Mozart's kwartet is ijler geconcipieerd, teerder uitgevoerd, licht, fijn, gracieus, afgerond tot in 't kleinste. Een gemankeerd rythme valt hier veeleer op, de dynamiek vergt meer attentie, de individueele phraseering van elk uitvoerder ligt bloot voor elk oor en 't geringste defect in 't samenspel proeft men onmiddellijk bitter in geringste onderbreken dezer mollige toongolvingen. Dit leidt de aandacht af, de stemming blijft niet een, de belangstelling gaat doolen. Wij spreken niet eens over de krakende forte-aanzetten, den drogen streek van de 2de viool en viola. Dat zij hun uit te voeren stukken voortaan beter kiezen. Muziek als die van Mozart is hun te aetherisch. Zij speelden 't kwartet in C groot, met de geniale inleiding over welks harmonische complicaties de convervatorium professoren van na meer dan honderd jaar in hun theoretische commentaren het nog niet eens zijn. Bij Brahms waren de spelers beter
in hun element. Het tweede deel van zijn strijkkwartet in C klein (opus 51 No. 1), de Romanze (poco adagio) was wat toon, voordracht en samenspel betreft hun beste praestatie.
De Romantische Serenade van Jan Brandts Buys, een zeer interessante noviteit, gaf dezen eersten kamermuziek-avond (van de zesvoudige serie Concertbureau Augustin) zijn groote belangrijkheid. Wij danken het Fitzner-Quartett dat het zich wilde spannen voor deze zwarige oeropvoering. Want wordt de kamermuziek in het buitenland reeds beschouwt als archaïstische liefhebberij, en eenigszins met reden, hoeveel te meer hier in Holland, waar drie orkesten, ondanks de phenomenale armoede op dit gebied, toch nog altijd eer beschikbaar zijn dan één goed strijkquartett.
De Romantische Serenade is een zeer belangrijke compositie. De oude meesters drukten de serenade-stemming uit door muziek, Jan Brandts Buys drukt de muziek uit door de stemming, bij de vroegere heerscht de toon, bij dezen de klank. Dit zegt reeds genoeg dat het werk op en d'op modern werd gevonden en uitgevoerd. Hij sluit zich aan bij Chopin en vervolgt dezen in de richting van Claude Debussy. Zijn harmoniek is echter logischer en meer waar. Zijn melodiek natuurlijker, warm gevoeld en van groote uitdrukking. Hij geeft nergens thematische arbeid in 't groot, speelt graag een tijdlang met een zelfde rythme, bemint de onafgebroken, in elkaar verglijdende stemmingen en is een heet vereerder van het klankeffect. Hij kent den hartstocht en deze bezielt zijn muziek. Hij begrijpt het voordeel eener gezonde architectuur en sluit zich hierin zonder schroom aan bij meesters, van wier opvattingen hij verre afstaat. Verder is hij nooit bijzonder doorwrocht, doordacht, ingewikkeld, duister, onbegrijpelijk. Zijn jonge jaren bewaarden hem daarvoor. Aan zijn jeugd heeft hij het ook toe te schrijven dat hij den weg naar het leven der ziel nog niet vond. Maar het zij in vreugde of leed, deze jonge, hoogst begaafde kunstenaar zal zijne leid-ster ook wel ontdekken.
Een aardige attentie voor het Fitzner-Quartett was de krans met rood-wit-blauw lint, den spelers na de uitvoering der Romantische Serenade aangeboden.