Casals - Röntgen (Concertgebouw, kleine zaal)
Pablo Casals is kunstenaar en zelden zal men aantreffen harmonischer ziel. Want niets overheerscht. Er leeft groote hartstocht, weemoed en vreugd, alles in ééne kracht, in schoone orde. Casals is buitengewoon virtuoos. Maar men vergeet dat wonderlijk kunnen, daar uit den toon klinkt het huiverig geluid, dat op één slag rijk maakt en gelukkig, overvol van de muziek die spreekt. Van Röntgen, zijn partner gisteravond, zou men het zelfde willen zeggen en met evenveel vereering, bezat hij die mooie hoedanigheden met even levendige intensiteit. Doch de fijne overeenstemming hunner artistieke aspiraties voert het samenspel op tot prachtige, zeldzame eenheid. Men kijke echter niet als zij spelen, want grooter contrast dan in beider uiterlijk bestaat haast niet: Casals, die zijn violoncel strijkt, het hoofd licht afgewend, de oogen half toe, met den kleinen smarttrek om de lippen, die volgens Schopenhauer kunstenaars eigen is, in heerlijke stille zelfvergetelheid - zooals Toorop hem schilderde -; en Röntgen aan de piano, wat virtuoosachtig, in gedurige beweging, van voren naar achteren, heen en weer en op en neer, met een blik op de noten alsof hij er mee vecht.
Zij gaven den eersten hunner twee voorgenomen Beethoven-avonden, waarop alle variaties en sonates voor piano en violoncel zullen worden uitgevoerd. Gisteravond zijn gespeeld: De ‘Variationen über ein Thema aus Judas Maccabäus von Händel’. De sonate opus No. 1 (in f groot). De ‘Variationen über “Ein Mädchen oder Weibchen” aus der Zauberflöte von Mozart’ (opus 66), en de sonate in a groot opus 69. Vooral de laatste sonate slaagde voortreffelijk. Aan forsch, bruischend, heet temperament ontbreekt het noch Casals noch Röntgen. Over Röntgens technisch kunnen zou men niet uitgeschreven raken. Casals' toon klinkt onbeschrijfbàar.