[Germaine Arnaud soliste in het pianoconcert van Chopin] (Concertgebouw)
Als soliste hoorden wij gistermiddag mejuffrouw Germaine Arnaud in het pionaconcert (e klein) van Chopin en de Variations Symphoniques van César Franck Mej. Germaine Arnaud is een zeer jonge pianiste met verbazingwekkend talent. Leerlinge van Duvernoy aan het Parijsche Conservatorium, verliet zij deze inrichting reeds op haar veertiende jaar met den premier prix. Sinds 1905 trad zij op met klimmend succes in Amerika zoowel als in Europa.
De ziel van Chopin zoo te doorvoelen als mej. Germaine Arnand in haar voordracht van zijn eerste piano-concert (opus 11) verdient bewondering. Chopin, de gloeiende, zinnelijke, hartstochtelijke droomer en dweeper, meer vrouwelijk dan mannelijk van gevoelsleven, gespeeld door een temperamentvolle vrouw! Hoe beukte de kracht van Chopins genie. Vooral het tweede deel (Romance, Larghetto) mag voortreffelijk geslaagd heeten. Ook om den orkestklank. Vermeld dienen de schitterende solotrekjes der houtblazers. Technisch hoog stond ook de uitvoering der Variations Symphoniques van Franck. Doch wij vonden de soliste hier niet zoo één van geest met den componist als in Chopins concert.
Mej. Germaine Arnaud behaalde zooveel bijval, dat zij gedrongen werd tot eene toegift.
Het orkest voerde nog drie nummers uit, die wij pas kort geleden hoorden en waarvan het spel geen aanleiding gaf tot bijzondere bespreking: de tweede symphonie van Camille Saint-Saëns; ‘Saugefleurie’, het orkestsprookje van Vincent d'Indy, en een brokstuk uit de symphonie dramatique ‘Roméo et Juliette’ van Hector Berlioz: ‘Roméo seul - Tristesse-Concert et Bal - Grande Fête chez Capulet. Het concert stond onder leiding van den heer Willem Mengelberg.