Bijdragen aan De Tijd (maart 1909-april 1915)
(2017)–Matthijs Vermeulen– Auteursrechtelijk beschermdTuinfeest van de Koninklijke Liedertafel ApolloNa een lange zomerslapte, waarin nauwelijks een muziekuitvoering van eenige beteekenis in onze stad de bespreking waard was, begint thans weder het muzikale seizoen. Van badplaatsen en buitenlandsche reizen, van het platteland en hun zomerverblijven keeren de menschen naar de steden terug, en met de schouwburgen gaan ook weder de muziektempels open. Moge het nieuwe seizoen ons, verslaggevers, veel belangrijks te vermelden geven. Op het oud-Hollandsch marktplein van Schinkelhaven, dat vandaag ‘officieel’ geopend wordt, werd gisteravond een loffelijk concert gegeven door de Kon. Liedertafel ‘Apollo.’ Tusschen aardige oud-Hollandsche miniatuur-huizen en tenten, piekendragende hellebaardiers, kellners in vroegeeuwsche dracht, rozenverkoopsters in de veelkleurige ouderwetsche kleeding (helaas met hedendaagschen haartooi!) hoorden wij een vaderlandsch program: werken vol van de ietwat luidruchtige geestdrift uit het laatst der vorige eeuw, als het ‘Vlaggelied’ van Verhulst, ‘Hollands Glorie’ en de ‘Rots in Zee’ van R. Hol, beurtsgewijze met een potpourri van feestmuziek door het corps der weerbaarheid. ‘Vlaggelied’ en ‘Hollands Glorie’ werden uitgevoerd met orkestbegeleiding van hetzelfde corps. Orkest en zang te zamen hoorende in de open lucht is men gedwongen tot vergelijkingen tusschen die twee, daar de klank te gauw vervliegt en geïsoleerd het oor bereikt. Zulke vergelijkingen moeten dan ten nadeele uitvallen van het orkest. Want den zang, één van timbre, klankvoller en breeder dan welk instrument ook, hooren wij groot-massaal, terwijl de orkestklank zich splitst en ieder instrument gehoord wordt in fijne afzondering. ‘De Rots in Zee’, zonder begeleiding, is daarom gisterenavond het best geslaagd. Alles klonk mooi de heerlijke zomerlucht in; de technische zwarigheden, waarvan 't stuk vol is, werden zonder moeite gezongen, en de leiding van den directeur Fred. RoeskeGa naar voetnoot* - een vurige en sympathieke - bracht de noodige geestdrift. Er klonken groote toejuichingen, want het talrijke publiek was in feeststemming. |
|