[Cornelis Dopper dirigeert Cherubini, Mendelssohn, Mozart en Tschaikowsky]
Gisteren een zomersche middag met zomersche muziek. Louter lieflijkheid. Het concert begon met de Anacreon-ouverture van Cherubini. Een scherp rhythmische inleiding van massale accoorden voor vol orkest (rhythme had ik geaccentueerder en meer één gewenscht). Men vraagt zich af; hoe was de opera Anacreon en wat komt er wel? Eene lichte, luchtige schertsmuziek, eindigend in breed, massaal slot. Toen volgde de Schotsche Symphonie van Mendelssohn, den zonnigen droomer. Het Andante con moto en 't Scherzo hadden sneller kunnen zijn van tempo, - overigens eene goede vertolking, en het groote applaus bewees zeer duidelijk, dat deze elegant-sentimenteele muziek hier nog genoeg vereerders bezit.
Na de pauze de Zauberflöte-ouverture van Mozart. Dan het hoornconcert No. 1 (Es gr.) van Mozart, een werkje van melodieuse, rustige schoonheid. Solist was de heer Richard Lindenhahn. Wij bewonderden zijne vlugheid van tong, den prachtigen hoornklank van edele sonoriteit. Zijn uitnemend spel vol artistieke reserve (o.a. Cadens, einde 1e deel en Romanze) verwierf zeer grooten bijval. De ouverture Solennelle 1812 van Tschaikowsky (!) besloot het programma. Het orkest heeft deze dikwijls genoeg moeten spelen om te weten hoe het hoort.
Alles stond onder goede leiding van den heer Cornelis Dopper.