Muziekuitgaven
De eerste Pianolessen. Marie Berdenis van Berlekom; 2e herziene druk. Bij G. Alsbach, Amsterdam
Over zulk een werkje, dat pas het begin vormt van eene jarenlange bezigheid, kan men slechts oordeelen onder veel voorbehoud. Er bestaat geen ellendiger studie voor kinderen dan de muziek, 't zij de theoretische of de technische, en geen enkel vak, behalve misschien de philologie, stelt aan de stupiditeit en de energie der menschheid zulke zware eischen als de hedendaagsche toonkunst. Vandaar dat Duitschland de meeste ‘muziek’ voortbrengt. Deze kunst is omgeven met zooveel waanwijsheid, dat men het een geluk mag achten, wanneer er elke vijf en twintig jaar nog een waar muzikaal mensch blijkt te leven.
Wij kunnen nu a priori aannemen, dat ‘De eerste Pianolessen’ van mej. Marie Berdenis van Berlekom buitengewoon voortreffelijk zijn. Ze doceeren beminnelijk en gedistingeerd. Over de geeuwerigste deuntjes, waarmee opvoeders zich moeten behelpen, tintelt het vrouwelijk en gracieus rythme dezer paedagoge. Het boekje reikt echter niet verder dan de ‘kleine-terts-toonschaal’ en de kortheid, met welke dit voor jonge hersens ultra-bezwaarlijke onderdeel der theorie, in vergelijking met het overige, wordt geresumeerd, is me geen waarborg, dat het kind de ‘kleine-tertstoonschaal’ inderdaad leert. Doch aangenomen dat de leerling hier niet stokt en niet wanhopig wordt, - welk boek moet men hem geven voor de honderd andere onderdeelen der muzikale grammatica, die volgen: de modulaties, tonale functies, melodie-bouw, vormleer etc. etc.?
Ik wilde er op wijzen, hoe het werk, dat hier nog te doen valt, bijna onbegrensd is en te omvangrijk voor ééne persoonlijkheid. Het schijnt mij onweerlegbaar, dat er in de studie der muziek eene compleete hervorming moet plaats grijpen en zoo ik een raad mag geven, welke kans biedt dat deze hervorming inderdaad gebeurt en ook voltooid wordt: Men beginne zoo spoedig mogelijk aan collectieven arbeid, naar het voorbeeld der encyclopaedisten. Men bespreke dit onderwerp op een congres, zoeke een uitgever en verdeele de stof over een aantal bevoegde, artistieke, hoffelijke en onpartijdige kenners. Dan ontstaat er in enkele jaren een standaard-werk, dat den geïsoleerden auteur minstens dertig jaren arbeid zou kosten, dat zich in de geheele wereld roem zou verwerven en dat op de ontwikkeling der muziek een heilzamen invloed kon uitoefenen.
Ik wensch mej. Marie Berdenis van Berlekom de eer daartoe den grondslag gelegd te hebben, maar waardeer ook zonder dat hare ‘Eerste Pianolessen’, die reeds het succes hadden van een tweeden druk.