F.E.A. Koeberg
Het spijt me dat een persoonlijkheid als Koeberg niet zeldzamer is in Nederland, ik kon dan tenminste zijn talent met genegenheid vermelden. Hij kent veel en componeert niet kwaad, doch de huivering wil niet van me weg, dat de jongeren dan hij opnieuw veroordeeld zijn tot mededinging met een stil talent en dat zij opnieuw kans loopen in goedkoopen waan te verzinken. Let wel, dat Koeberg al veel succes, medailles, stipendium en kransen op zijn kerfstok heeft van jongsaf - want zulke dingen worden verantwoordelijkheden. Ik zie niet in waarom onze componisten zoo dikwijls stenen over gebrek aan waardeering. Ze zijn toch allen welgestelde lieden en velen kan men opnoemen voor wie protectie, rustig zorgeloos leven, echtelijk geluk en te schrijven composities klaar lagen als Edammer kaasjes op de markt. (Edgar Tinel maakte er zelfs een lijstje van op, toen hij begon.) En à propos... zou men beter kunnen aantoonen dat Mendelssohn, Schumann en Brahms in hun wezen antagonisten waren (en verstarde!) der levens-en-schoonheidsdronkene romantikers, dan door hun te wijzen op den nuchteren, lijzigen geest der leerlingen van de bewonderaars dier antagonisten?
Ik herhaal dat het me spijt, ook bij Koeberg al weer te moeten waarnemen, dat het hem ontbreekt aan wijde visie en phantaisie in zijn beperkte polyphonie, monotoon en onveranderlijk rythme, in zijn vorm-affectatie (onophoudelijk A-B-A.) aan smaak door aanwending van schrille, barbaarsche effecten, onharmonische en passielooze germanismen! aan een juiste aanvoeling van den stand der tegenwoordige muziek, door eindeloos te liefhebberen in ostinati en geheele stukken te baseeren op één onafwijsbaar melodisch of rythmisch motief.
Er bevinden zich in Koebergs ‘Een Koningssproke’, dat in het Concertgebouw onder zijn voortreffelijke leiding gespeeld is, zeker mooie passages, doch het geheel gaf me den indruk van verkleumend sentiment, gemis aan hartstocht, sensatie en diepte, (met betrekking tot de individualiteit). Onze landgenoot Jan Ingenhoven koos een beter deel en hij, in zijn techniek en sentiment een modern Franschman, tienmaal origineeler en krachtiger dan Koeberg, bond te München in zijn eentje den strijd aan tegen Duitschland, dat voor zijn fijne verbeeldingen natuurlijk doof is, 't spreekt van zelf. Maar zou het geen tijd worden, dat men hier van zijne composities eens ernstig notitie nam? Ik hoop binnenkort den lezer een weinig over Ingenhovens merkwaardiger werk te schrijven.