Mon Dieu, donnez-moi la médiocrité (Mirabeau)
Brahms stond op 't niveau van den operette componist.
Hoe gaat deze, psychologisch bekeken, te werk? Hij neemt een rythme, een melodische wending van een groot meester over en neuriet daarop verder. Zoo populariseert hij het schoone. Controleer dit bij den eersten den besten draaiorgel om te merken, hoe alle graag-gehoorde wijsjes (dit is ook de reden hunner zangbaarheid) bestaan uit een voortdurend varieerend herhaald schema van meestal twee maten, rythmische of melodische figuur, ontnomen aan thema's van Beethoven, Mendelssohn, Wagner of anderen. Dit geschiedt natuurlijk onbewust. Het overkomt soms beroemden componisten; vergelijk maar in Richard Strauss' Rosenkavalier het rythme waarmee hij den kleinen neger typeert met hetzelfde rythme van Wagner's origineele Hunding-motief. De liederen der Troubadours, de operette-musici der middeleeuwen, geven de Gregoriaansche melodie in een luchtiger timbre.
Brahms volgde dit procédé, doch in omgekeerde richting: hij verzwaarde zijn voorbeeld. Zoo heeft hij Bach, Beethoven, Haydn, Mozart, Schubert om beurt aangerand en geschonden; of anders 't Duitsche volkslied. Daarom is de physionomie zijner thema's onpersoonlijk en dood.
Het muzikale Weenen heeft Mozart laten verhongeren en gaf zijne voorkeur aan Salieri; het vergat Beethoven om Rossini; het verjoeg Mahler en applaudisseerde Lehar c.s.; het verstikte de kunst van den genialen Bruckner, het knakte de geestkracht van den genialen Hugo Wolf uit pure sympathie voor Brahms. Die smaak is niet te vertrouwen!
Als men eens psychologisch verklaarde, waarom de terts- en sext-parallellen van Brahms en Richard Strauss altijd zoetelijk en sentimenteel klinken en niet die van Beethoven, Mozart, Berlioz?
Als Berlioz (of een ander groot meester) eens zulke langdradige, eentonige dingen gemaakt had als Brahms; hoe verfoeilijk (nu vindt men hem on-klassiek) zou men hem vinden!
Brahms zal men nooit vorouderd kunnen noemen; bij heeft nooit naar het nieuwe getracht.
‘Les Russes copient les moeurs françaises, mais toujours à cinquante ans de distance’ las ik ergens. Het past op de verhouding van ons muziek-leven tot het Duitsche.
Het deed me een buitengewoon pleizier te zien dat de eerste Serenade van Brahms Zondagmiddag niet het minste succes haalde. Mengelberg zelf, die zijn bewonderaars gaarne genoegens doet, heeft zijn menschen weer overschat! Onbegrijpelijk. 't Vorig jaar viel Brahms' tweede Serenade.
Matthijs Vermeulen.