Daniël de Lange 1841 - 11 Juli - 1911
Daniël de Lange, die a.s. Dinsdag 70 jaar wordt, zal ongeveer de oudste zijn der Hollandsche toonkunstenaars; en zeker de meest ervarene met eene ondervinding van vijftig belangrijke jaren geschiedenis, welke hij beleefde, aanvankelijk als medewerker daarna als leider.
Als leider heeft hij in zeer ongunstige omstandigheden immer het ontbrokende aangevuld, zoolang 't noodig bleek. Hij was de eerste (1882) die Berlioz' meesterstuk ‘La Damnation de Faust’ in ons land uitvoerde; ook Bruckners Zevende maakte hij hier reeds in 1886 bekend. Zoo voerde De Lange een nieuwe richting binnen, waarin wij met hart en ziel opgroeiden.
Even hoog waardeeren moet men de stichting van zijn A-Cappella-koor, de reizen in 't buitenland en het groote succes daar, eene herleving der oude vocaal-muziek, welke opweegt tegen alle actie, te zamen met dat doel ondernomen. Daarvan in het hedendaagsch Amsterdamsch A-Cappella-koor slechts een ijle schaduw.
Dan prijze men zijne omvangrijke werkzaamheid aan de Maatschappij ter Bevordering der Toonkunst; zijn belangstelling en menschlievendheid voor jonge kunstenaars, die hij onbaatzuchtig steunt met zijn enthousiasme, zijn kundigheid, en met nog meer, als 't noodig is.
Als criticus had hij geen parti pris, welke de verhoudingen der dagbladen van een klein land trouwens zoo goed als onmogelijk maken. Als componist beproefde hij echter zijn talent het individueelst aan de verinniging van woord en toon tot eenheid, een volmaaktere fuzie van beide elementen, naar welke vele componisten na Wagner vergaten te streven. Daaruit ontstond het drama Lioba, zijn belangrijkste werk.
Niet minder achte men hem als paedagoog, al wilde het lichtzinnige toeval dat Bernard Zweers de meeste jonge componisten vormde. Het Amsterdamsch Conservatorium dankt aan De Lange zijn roemrijken bloei en over de uitkomsten oordeele men later.
Niet minder zijn vooruitstrevende kennis en verdiensten als theoreticus, waarvoor het Exposé d'une théorie de la musique in 1908 verschenen, een behartigenswaardig document geeft.
Maar verschillende tastbare resultaten van De Lange's kunstenaarsleven liggen nog in het verschiet. Het moge hem te beurt vallen de verborgen waarden ervan zelf te openbaren.