Gustav Mahler †
Pas vierde men zijn vijftigsten geboortedag, nu luidt men voor zijn begrafenis. Sterven is voor den grooten kunstenaar het toppunt van roem. En Mahlers doodsstuip heeft de wereld meer geïnteresseerd dan zijne acht symphonieën. Het gebeurde al vaker, dat een obiit harder alarm sloeg dan alle strijdkreten van den overledene. Nu zal men wellicht zijn werken gaan uitvoeren en prijzen. Nu. Want de menschen zijn egoïst in hun bewondering. Het valt gemakkelijk mee te voelen met muziek, welker uitgangspunt of verwantschappen een elk ontdekt bij 't eerste hooren, en te juichen. Maar zelfs de onbevooroordeelde deinst onwillekeurig voor een nieuw geluid, vooral wanneer de zang klinkt uit een vreemde wereld, vooral wanneer die schijnt te doelen op eene toekomst, welke zooveel hooger zou trachten dan de richtingen, waaraan men ons wende. We weerstreven echter den levenden schepper, omdat wij in onze bekrompenheid slechts merken de physieke kracht, den wil van den machtige, instinctief beducht voor zijne overmacht.
Ondertusschen - hij heeft geleefd en het was dus geen reclame, al de berichten tijdens de ziekte, die zijn vrienden angst in 't hart joegen. De tegenstander (wat mompelde hij niet?) mag daarover wel eens grijnzen. Mahler moest zoovele bittere brokken slikken. Doch laten we hopen, nu hij geen mensch meer is, dat men hem inderdaad zal vergoddelijken, eene billijke vergoeding voor de ontgoochelingen, welke hij leed allerwegen.