Evlyn Howard-Jones [Bachs Chromatische fantasie en fuga, Mozarts Romance, Beethoven op. 110, Balfour, Gardiner en John Ireland]
Deze pianist weet niet alleen wat het klavier doch ook wat de compositie vergt. Hij vraagt kleur aan den klank; hij zoekt poëzie voor de kleur; hij zint op expressies bij de poëzie; op emoties in de expressie, op muziek achter de emotie. Hij heeft juiste inzichten en goede bedoelingen. Hij kent de factoren van contact tusschen hoorder en speler. Hij weet de plaatsen in 't uitgevoerde werk, waar het hart zich opent en sluit. Hij schakeert en rangschikt ze met overleg. Hij weet ook vele nuances in de korte welving van een enkelen zin. Hij kent vele soorten en mengelingen van kleur, van poëzie, van expressie, van emotie. Hij is een eenvoudige, maar tegelijk geraffineerde.
Evlyn Howard-Jones leek mij echter vrij nerveus. Hij stokte soms midden in een mooien opzet, brak het sensitief verband af en ging bijna automatisch door. Hij vertroebelde nu en dan passage-werk, wat absoluut niet onvermijdelijk was bij eene zoo uitstekende, betrouwbare techniek als de zijne. Hij miste af en toe ook wel het summum van nauwkeurigheid in het pedaal-gebruik, in den aanslag. En soms op weg naar den climax eener fuge, scheen de rechterhand te kort te schieten in uithoudingsvermogen, kwamen er schommelingen en gapingen in den geluidstroom. Hij is een ernstig en bekwaam kunstenaar. Ik geloof ook, dat hij wel onmiddellijk na Mozart's Romance, na Bach's chromatische fantasie en fuge, zeker na Beethovens vóór-laatste sonate (op. 110) zou veroverd hebben, dat het crescendo in ieder geval sneller zou gegaan zijn, wanneer men ons dezen winter niet abnormaal overstelpt had met pianisten en wij ons niet lichtelijk achterdochtig en geblaseerd voelden. Of als de vijf Engelsche stukjes van Balfour, Gardiner en John Ireland maar een beetje hadden willen meevallen. Doch het bleken gematigd moderne harmonieën op zeer ouderwetsche ritmen, bij zeer conventioneele stemmingen en vrij afgezaagde melodieën.
Dat de gezamelijke door-de-weeksche apathie en koelheid niet geheel tegen hem (die debuteerde) bestand was, is wellicht een enorme overwinning.