Historische Cyclus XX [Richard Strauss: Ein Heldenleben, Don Juan en delen uit Salome]
De eerste uitvoering van Ein Heldenleben vond hier plaats op 26 October 1899. Ik was er niet bij en heb de archieven moeten nastaan. Wat ik vond was: reusachtig, overweldigend succes, een mand met bloemen voor Mengelberg, en slechte afwijzende critieken. In ‘De Telegraaf’ van wijlen Brugman. En sinds de première ging het kapitale werk bijna regelmatig elk jaar eenmaal. Resultaat: permanent reusachtig, overweldigend succes, met of zonder bloemenmand voor Mengelberg, slechte, afwijzende critieken.
Dat kan en zal geprolongeerd worden. Gedurende de 21 jaar van vervlogen muziekleven hield de Niagara niet op te watervallen, de aarde draait, en men zegt, dat de Zon met een vaart van twintig kilometer per seconde voortstuift in de richting van een zeker sterrebeeld. Dat geeft ongeveer 1.728.000 K.M. per dag en wij merken er niets van. Dat maakt bij schatting 630.720.000 K.M. per jaar; over de een-en-twintig jaren, welke verliepen na de enthousiaste Amsterdamsche première van Ein Heldenleben vormt dat, globaal gerekend, 13.245.120.000 K.M. en wij blijven er niets van merken. Hoeveel K.M. zou deze Zon hebben afgelegd sinds Franciscus van Assisi in de dertiende eeuw zijn preek hield voor de visschen, die zoo vriendelijk waren om te luisteren en toen terug-zwommen naar de rivieren, naar de oceanen, waar zij elkaar even happig bleven opvreten als zij gehapt hadden naar de woorden van den lieven en wonderlijken poverello, die zijn voet niet durfde zetten op een waterdroppel, op een gras-spriet, uit liefde voor het leven?
‘Het kromme kan niet recht gemaakt worden, en hetgene dat ontbreekt, kan niet worden geteld’ zegt de Prediker 1:15. Men zou de schim van Oscar Wilde kunnen oproepen, die meende, dat hij een heel letter-kunstenaar was, dat hij de juiste, volmaakte, kleurige en definitieve woorden kon vinden voor het uitdrukken van verwikkelde en diepe sensaties, die meende, dat hij de juiste maat van smart en vreugde ervaren had om gruwelijke, schrikwekkende dingen intensief en onvergeetbaar uit te spreken. Men zou zijn schim kunnen vragen, wat hij wel dacht van den musicus Strauss, die deze zorgvuldig gekozen woorden en naar de ziels-sidderingen afgemeten zinnen, worgt en verplettert onder de klank-cataclysmen van honderd strijkers, blazers, paukers. Men zou mystici en wijzen kunnen interviewen naar hunne opinie over Strauss' interpretatie van dien éénen zin, vol ongrijpbare perspectieven: ‘Und das Geheimnis der Liebe ist grösser als das Geheimnis des Todes......’ dien Strauss toelicht, ontwijdt, ontheiligt met ...... ja met Salome's kazerne-achtig en minder dan wereldsch ‘lok-motief’.
Het zou natuurlijk wel nuttig zijn om op al de physische en metaphysische, al de ethische en aesthetische kwesties, welke verband houden met Don Juan, met Salome, met Heldenleben, en volgens welke deze stukken zoo vergankelijk zijn (wat is onvergankelijk?) nogmaals ernstig in te gaan. Maar soms komt men niet over de resignatie heen, die óók nuttig en óók philosophisch is. En met schrik denk ik aan de 21 jaren van nuttelooze, stapelhooge critische ontboezemingen, aan al de ‘ijdelheid en kwelling des geestes’, aan den Preek voor de Visschen.
Neen; Strauss is een groot componist, Barbara Kemp is een groote zangeres, - (maar waarom zou een Gertrud Leistikow in het Concertgebouw ook niet eens den Dans der Zeven Sluiers dansen - als men toch de muziek speelt? Waarom naast alle mogelijke solisten nooit een choreografisch solist), - Mengelberg is een groot dirigent, het orchest is een universum van muzikale constellaties en conjuncturen. En noch Debussy, noch Mahler zullen ons voorloopig afhelpen van Richard Strauss, want: ‘alles heeft eenen bestemden tijd, en alle voornemen onder den hemel heeft zijnen tijd;
een tijd om te zoeken en een tijd om verloren te laten gaan, een tijd om te bewaren en een tijd om weg te werpen.’