Irena von Dubiska
Het predicaat luidde: ‘eenige leerlinge van Huberman’. Het klinkt bijna onaannemelijk, [?] romantisch. En wanneer het autoriteitsprincipe nog maar waarde had voor de om[?]ende wereld, dan zou Irena von Dubiska [de] zaal, die nu haast leeg was, vol gevonden [hebben].
De nieuwe violiste heeft uitstekende eigenschappen. Huberman's trotsch en laatdunkend [?] ‘publiek, ik ben je de baas en veracht [?]’, is bij zijne eenige leerlinge verjonkvrouwelijkt tot een onverstoorbaar aplomb en een zelfbewuste bravoer. En haar toon juicht [als het] ruige, felle geluid van Huberman's ge[?]erde levensvreugde. De snaren worden [?]wend met inzicht en zij haalt er veel uit [?] wee karakteristiekste licht-en-donkers. Ik [twijfe]lde er alleen aan of de sonore bronzen [?] en sommige hartstochts-huiveringen der [?] innerlijk bij de jonge speelster ver[?] en doorleefd waren. Zij klonken vol[maakt], doch riepen geen trillingen wakker op [de rim]pellooze ziel. Enkele ongelukjes en slor[dighed]en daargelaten bezit Irena von Dubiska [?] Huberman's precisiteit, welke hoe langer hoe zeldzamer wordt bij violisten, ver[eenigd] met Huberman's élan, dat óók sporadisch begint voor te komen. Als technische [?] verschijning behoort zij dus tot de zeer goeden. [Toch] ging de sonate van Jean Marie Leclair, [?]er 48, die als 'Le Tombeau' wordt aan[?], onmerkbaar langs mij heen, en de Chaconne van Bach, met snelle tijdmaat gespeeld, lukte slechts in zooverre, dat men [?] dit unieke werk kon fantaseeren en [?]en zonder de eigenlijke verrukking te [savoure]eren. Psychisch werd het slechts ten deele beheerscht. Om tot de vlammende ver[?]king te reiken van het slot, om al de [?]gen meewarigheid te zingen van het middengedeelte, om het chaconne-thema telkens te laten spreken en te varieeren in tonen van menschelijke onrust en groot-menschelijk vertrouwen, – daarvoor moet men in alle aspecten een apostel zijn op de viool.
De noviteit, waarvoor ik deze uitvoering was gaan bijwonen, een viool-concert van Mieczyslaw Karlowicz, volgens Riemann een der belangrijkste Poolsche componisten, in 1876 geboren, in 1909 gedood door eene lawine, [?] wegens ‘bijzondere omstandigheden’ achterwege en werd vervangen door Lalo's Symphonie espagnole. Ik hoop, dat Irena von Dubiska Karlowicz' concert nog speelt bij haar volgenden viool-avond, die zal plaats vinden op [?] Februari.
Louis Schnitzler begeleidde.