Leonid Kreutzer [Tweede symphonie van Scriabine, Sadko van Rimsky-Korsakoff en Francesca da Rimini van Tschaikowsky]
Het leek, dat de heer Leonid Kreutzer, na zijn optreden bij het volksconcert van 13 Nov., zijne manier van dirigeeren eenigszins had geretoucheerd. De gebaren en standen, niet zonder zin voor plastiek bijgewerkt, verfraaid en met meer verscheidenheid, meer fantasie aangebracht, waren voor de zaal en voor de podium-habitués vrij aannemelijk en de heer Kreutzer dirigeerde alsof hij een dirigent was. Men kan dit bereiken met Zweedsche heilgymnastiek, met de methode Jaques Dalcroze, met training voor den spiegel, en oogenschijnlijk een even goed figuur als een goede maat slaan.
Doch iemand, die zich zelf dirigeert, die de muziek dirigeert welke hij op zijn lessenaar legt, dirigeert daarom het orchest nog niet. Men proefde het uit de ononderbroken lauwe, grauwe stemming, het bleek uit ontelbare details der vertolkingen: wrijvingen, schommelingen, onevenwichtige verhoudingen, mislukte aanloopen tot machtelooze en rammelende hoogtepunten, onordelijke fermates, het ‘Zeit lassen’ van Mahler onophoudelijk, dilettantisch toegepast en nooit nauwgezet, feilloos verwezenlijkt, onbeheerschte overgangen, eenvormigheid van tempo's, welke den indruk maakte, dat er niets gedirigeerd werd dan een traag, vaal en obsedeerend ritardando.
De tweede symphonie van Alexander Scriabine, die hier voor 't eerst ging, was aarts-vervelend. Zij telt vijf deelen zonder noemenswaardigen inhoud, zonder de geringste persoonlijke beteekenis, met veel sentimentaliteit in plaats van sentiment, onbeschaamd uitgerafeld en met een lawaaierigen, goedkoopen Hochzeitmarsch tot slot. Men werd er kregel en suf van. Rimsky-Korsakoff's ‘Sadko’, symphonisch gedicht, bleef steken in de noten. Tschaikowsky's Francesca da Rimini dito en van de bedoelingen der componisten kwam niets terecht.
Het was een kwade dag voor de ‘eenhoofdige artistieke eliding van het Concertgebouw-orchest’. Die leiding heeft te weinig besef van haar verantwoordelijkheid en van haar taak, wanneer zij vindt, dat het orchest mag aangewend worden tot zulke vernederende proefnemingen.