Myra Hess [Een miraculeus evenwicht tusschen droom en daad in Chopins Tweede sonate]
De woorden hier van toepassing, zijn gezegd door Paul Deschanel: ‘Plus j'avance dans la vie, plus je suis mêlé aux hommes et aux luttes, et plus je me persuade que ce qu'il faut mettre en première ligne, c'est la bonté, la générosité, la droiture, la flamme; en second lieu seulement doivent venir le bon sens, la raison, le jugement.’
Herinner u, dat het laatste deel van Chopin's Tweede Sonate geen enkel voordrachtsteeken bevat. Ieder kan het spelen gelijk hij wil. Chopin zelf schreef aan Fontane: ‘Linker en rechter-hand unisono; zij zwetsen over den marsch.’ Dit is een ironische, doch doeltreffende karakteristiek. Er vallen over den befaamden en veel misbruikten doodenmarsch nog altijd onnoemelijke dingen te zeggen. Myra Hess zei ze. Niet met het nuchter verstand, niet met de rede. Met het hart en ik weet nog altijd niet met welk een hart, met hoe rijk een hart. Dat laatste deel werd een bladzijde uit ‘De Val van het huis Usher’ van Edgar Poe. De muziek gebeurde aan de andere zijde van ons bewustzijn. Zij had iets feeërieks en iets onbeschrijflijk treurigs; zij speelde in vage flarden van nevels, die wonderbaarlijke warmten uitzonden. Het klonk boven alles schoon en aangrijpend en geïnspireerd. Het werd zoo ongekend en vanuit het tweede gezicht vertolkt, dat Chopin, dunkt mij, het op deze wijze moet voorgedragen hebben in de oogenblikken, dat hij muziek werd.
Ik had weinig hoop meer, dat Myra Hess haar wezen en hare macht nog zou vermeerderen tot zulke herscheppingen. Maar sinds Marie Leschetizky (dat is ongeveer negen jaar geleden) hoorde ik Chopin's sonate niet zoo ras-echt en zoo pianistisch volmaakt. Er was een miraculeus evenwicht tusschen droom en daad, en beide waren ingesteld op een geest (en door een geest) van de hoogere orden.
Wanneer Myra Hess voor-goed afstand wil doen van eene onwaarachtige, conventioneele en leege kinderlijkheid, welke hare vertolking der zesde Mozart-sonate, en hare vroegere vertolkingen beperkte, verkleinde en ongeëvenredigd maakte tot haar buitengewoon kunnen en ook tot de verlangens harer hoorders, wanneer zij hare persoonlijkheid de volle vrijheid durft geven, dan kan zij gerekend worden tot de grootste en vereerenswaardigste pianisten.