Dr. Peter van Anrooy [Smetana, Dvorak, Roussel en Ravel]
Dit was Van Anrooy's tweede concert. Ondanks de opgewekte dithyramben der muziek-critiek, waaruit men zou concludeeren, dat dr. Peter van Anrooy de tweeling-broer voorstelde van den Beethoven, die de ouverture Coriolanus en het 4e piano-concert componeerde en de intimus van den Brahms der Eerste symphonie, was de warmte der gemoederen ettelijke graden gezakt. Nog een derde, nog een vierde concert onder dezen dirigent en men heeft weer half-leege zalen in het Concertgebouw.
Er zijn twee soorten van wat de Duitschers Pult-virtuosen noemen. De eene soort maakt een aantal grimassen, die min of meer in relatie staan tot de uitgevoerde muziek. Met die grimassen wordt iets bereikt, dat de muziek niet noodzakelijk schaadt, soms voordeel brengt. Het effect komt meestal ten bate van den dirigent.
De andere soort maakt een aantal grimassen, welke met de uitgevoerde muziek principieel geen verband houden. De vertegenwoordigers dezer groep beweren de partituur conscientieus te vertolken, gelijk de auteur ze opschreef. Verder dan de crescendo- en decrescendo-teekens, verder dan de overige voordrachts-aanwijzingen gaat hunne accurate, conscientieuse deelneming niet. Voor hen is muziek geen psychisch dynamisme, doch een physisch dynamisme. Zij zijn de zoogenaamde objectieven.
Maar voor de practijk van hun droge, cerebrale beginselen hebben zij niet minder mimiek noodig dan de andere soort der subjectieven. Integendeel. Zij draaien cirkels, snijden immense driehoeken en diagonalen in de lucht, hunne twee armen en twee handen zijn gestaag en automatisch in de weer, zij sloven op de kleinste nuance, zij putten zich uit op een pianissimo en bij een fortissimo lijkt het alsof zij willen gaan vliegen.
Zij bereiken in het gunstigste geval eene nauwkeurige, machinale reproductie en bijna onvermijdelijk doen zij de muziek kwaad. Want zij stellen de uiterlijke verschijning hooger dan het innerlijke wezen, rukken haar los van het leven, en dirigeeren voor de ooren, niet voor het hart.
Dr. Peter van Anrooy behoort tot de tweede soort der Pult-virtuosen. Ik kies dit woord niet bij toeval, niet uit routine, niet zonder mij de beteekenis te realiseeren. Wanneer dr. Peter van Anrooy geen Pult-virtuoos was, zou hij zijne gebaren beperken tot een minimum. Hij vermenigvuldigt ze echter tot het mogelijkste maximum. Met dat maximum van inspanning bereikt hij geen minimum van expressie. Een kunstenaar volgt de tegenovergestelde en de betere methode.
Van Anrooy's programma, dat zich Donderdag hield bij het intercommunaal beproefde, was gisteren niet voor de helft interessanter. Na Smetana's Verkaufte Braut, was Dvorak's vijfde symphonie (Aus der neuen Welt) eene inzinking. Het werk, dat hier verschillende jaren in de kast lag, kwam er verouderd uit en had al zijn spankracht verloren. Dvorak's techniek bleek te armoedig voor symphonische projecties. Ons muzikaal denkvermogen is te scherp geworden om door zoo spaarzaam gedetailleerde melodieën en begeleidingen drie kwartier geboeid te blijven. Het stukje voor Engelsche Hoorn-solo, dat vroeger maan-avond-landschapjes placht te suggereeren, verloopt bij 't slot der frase in een platte en afgezaagde zinswending, welke iedereen ontnuchterde. De roode draad van het leidmotief, dat de vier deelen bindt, was erg verschoten. Lag 't aan Van Anrooy of aan Dvorak? Roussel's Evocations werden gedirigeerd als de opzet, de doorvoering, de recapitulatie van een zakelijk, onvolgroeid thema. Men verbaasde zich ooit wonderen van evocaties en atmosfeeren uit de noten geraden te hebben. Ravel's Pavane, een mooi, monotoon stukje elegie, dwong Van Anrooy tot rust, tot stilte en tot meer waarheid in zijne directie. Doch Berlioz' Fête chez Capulet, dat aanvangt met de verliefde mijmeringen van Roméo met eene serenade, de verrukkelijk kan zijn, werd door Van Anrooy afgeroffeld zonder lyriek, zonder intenties, zelfs zonder nauwkeurigheid (men hoorde geen enkel pianissimo) en uit elkaar geslagen tot een smakeloos brouhaha. Ieder moest na zulk een reproductie kunnen lezen, wat Berlioz schreef over den verderfelijken invloed, welke sommige dirigenten uitoefenen op de gespeelde muziek.
Daar zijn nog onnoemelijk veel dingen in de hemelsche en aardsche regionen der muziek, waarvan Van Anrooy's schoolsche wijsheid nooit gedroomd heeft. Ik zeg hem zonder verlangen voor langen tijd vaar-wel.