Trio Noordewier, de Haan, Verhey [Werken van Porpora, Cherubini, Schubert, Cornelius, Franck, Diepenbrock en Debussy]
Het trio heeft voor zijn jaarlijkschen twintig-steden-tocht nieuwe dingen gezocht en gevonden. Verhey speelde eene orgel-fantasie uit een vroege periode van César Franck, melodieus en vloeiend werk. Mevr. Noordewier en De Haan ontdekten een magnifiek duet van Porpora (Rigate lacrimis), een warmen, zangerigen Lauda Sion van Cherubini en goede arrangementen van een paar Fransche en Iersche volksliederen. Dit werd afgewisseld met een Peter Cornelius, het Geistliches Lied van Diepenbrock, een Schubert, een Debussy.
Het beperkte orgel, de witte verstorvenheid der Nieuwe Waalsche Kerk op de Keizersgracht, het pieuse temperament van Mevr. Noordewier en de na-mijmerende, melancholisch schaduwende alt van Mevr. De Haan (gaver en schooner dan men haar sinds lang hoorde), dat alles droeg er toe bij om de muziek te brengen in de eigenaardige teruggetrokkenheid van den godsdienst, die muziek zoo wonderlijk sterk en roerend kan maken, die haar zoo gauw verheft boven zich zelf en beter doet klinken dan zij is. Men kon stil en ongestoord verzinken in droomen.