Antwoord van het Bestuur
Onze muziekverslaggever ontving het volgend schrijven:
Amsterdam, 2 Dec. 1918.
Den Heer M. Vermeulen,
Muziek-Recensent van ‘De Telegraaf’.
Alhier.
Mijnheer,
Uw gedrag in het Concertgebouw op Zondagmiddag, 24 November j.l., stelt het bestuur voor de vraag of u verder tot de concerten kunt worden toegelaten.
Het Bestuur oordeelt eenstemmig, dat een concertbezoeker storend werkt op zijn naaste omgeving, wanneer hij herhaaldelijk door geluiden, gebaren of beweging gedurende eene uitvoering uiting geeft aan zijn ergernis. Op het publiek werkt hij storend wanneer zijn gedrag algemeen opvallend afwijkt van hetgeen in een Nederlandsche concertzaal gebruikelijk is. Zoodanig bezoeker kan volgens het Bestuur in het belang der goede orde tijdens de concerten niet worden geduld; vandaar Uwe verwijdering uit het Concertbouw op Zondagmiddag 24 November j.l.
Uit Uwe verschillende verklaringen omtrent Uwe houding in het vervolg valt niet op te maken of de ontoelaatbaarheid van Uw optreden op Zondag 24 November j.l. voldoende door U wordt ingezien. Tot zoodanig inzicht zult U echter moeten komen, indien U het Bestuur in de mogelijkheid wilt stellen U verder tot de concerten van het Concertgebouw toe te laten.
Het Bestuur acht zich derhalve verplicht U mede te deelen, dat de toegang tot de concerten door het Concertgebouw te geven, U blijft geweigerd tot van U zal zijn ontvangen eene voor het Bestuur volkomen duidelijke schriftelijke verklaring, waarbij gij U verbindt in het vervolg gedurende Uwe aanwezigheid in het gebouw, zorgvuldig alles te vermijden wat tot storing in den zin als hierboven vermeld, aanleiding zou kunnen geven.
Het Bestuur neemt aan, na ontvangst eener onomwonden verklaring in bovengenoemden zin, voldoenden waarborg te bezitten tegen verdere storende handelingen van U uitgaande, en zal U alsdan mededeelen, dat de concerten weder door U kunnen worden bezocht.
Mocht deze onderstelling ons later onjuist blijken, dan is het duidelijk, dat ontzegging van den toegang tot onze concerten voor altijd hiervan het onmiddellijk en onvermijdelijk gevolg zal zijn.
Het is ons voornemen aan dit schrijven publiciteit te geven.
Hoogachtend,
voor de N.V. ‘Het Concertgebouw’,
G.H. DE MAREZ OYENS, Secretaris.
(Onze muziek-verslaggever heeft ‘onomwonden’, in de bewoordingen als boven zijn vermeld in het artikel ‘Onze Houding’, op dit schrijven van het Concertgebouw-Bestuur geantwoord. Red. Tel.)