Fransche Opera: La Fille du Régiment en Paillasse (Stadsschouwburg)
Toen Luart, de dochter van het regiment, in het tweede bedrijf van Donizetti's operatje, de Fransche vlag kuste (regimentsvaandel van het 20ste) en vol van den tijdgeest zong:
werd zij onderbroken door een orkaan van applaus; toen zij de nobele melodie weder opnam en ten einde bracht met het rijkste enthousiasme, triomfeerde zij in een nieuwen storm van toejuichingen. Deze ovatie was het warmste moment van den avond.
Het geluk en de Amsterdamsche sympathie blijven Roosen vergezellen. 't Is bijna eene gewoonte om den proloog van Paillasse te bisseeren, maar gisteren gebeurde bijzonder dringend. Zoo blijft men eveneens Salvaneschi vieren en ook diens gramophoon-stuk (Lach dan...) werd schitterend herhaald. Zij tweeën waren de steunpilaren van Paillasse, hoewel beiden een tikje vermoeid en overdreven. Van de anderen, het orchest, den dirigent, de Nedda (Mme. Dauphin) zwijg ik maar liever. Zij waren menigmaal een horreur. Alleen Jaunet als Silvio wisselde goede momenten niet voortdurend met beklagenswaardige inzinkingen.
Zonder ons opbruisend saluut aan de Fransche vlag zou La Fille du Régiment spoorloos zijn voorbij gegaan. Bij Donizetti vonden zijn tijdgenooten reeds, dat hij slechts twee accoorden kende (Stendhal kon hem bepaald niet zetten) en gij behoeft dus niet te vragen hoe die muziek een twintigsten eeuwer aandoet: volmaakt gesteriliseerd. Op zijn versjes van vier syllaben (c'est un traître – qui peut-être etc.) maakt hij melodieën van vier syllaben en dat duurt twee bedrijven door, zonder versagen. Er kan echter met de kwieke, kinderlijke geestigheid der oude Fransche comedie in het stuk gespeeld worden en zoo weet eene Luart het tweede bedrijf nog wel te laten vlotten. Hare muziek-les (de eeuwige muziek-les) was zeer amusant. Helgé, de vieux grognard Sulpice, gaf een sympathieken sergeant op wat noten en tonen na. Maudier speelde den Tonio in het eerste bedrijf te gechargeerd als zwakzinnige, in 't tweede als officier werd hij beter. Mme. Vallier's Marquise vermaakte. Orchest en dirigent konden ook hier niet geprezen worden. Maar het koor was weer een meevaller.