Toonkunst: De Matthäus-Passion
Het tekstboekje bevatte ditmaal een verdediging van de wijze, waarop de Matthäus-Passion wordt uitgevoerd. Er bestaat eene strooming, hier en in Duitschland om het Lijdens-oratorium historisch en liturgisch zooveel mogelijk te restaureeren, het werk terug te brengen naar de kerk, waarvoor het geschreven is, en het te vertolken in ongeveer dezelfde orchestrale proporties, welke ten tijde van Bach gebruikelijk waren, dus met een kleiner koor, een kleiner en anders bezet orchest. Dat Toonkunst en Mengelberg van dit idee niet willen hooren en dat hun advocaat Curt Rudolf Mengelberg zich inspant om dien theorieën den toegang te versperren, spreekt vanzelf. Eene natuur-getrouwe en gechristianiseerde reconstructie van ‘Die Matthäus-Passion’ strookt van alle dingen 't minst met Mengelberg's temperament, het strookt niet met den luister van Toonkunst, welke zelfs in dit werk wereldsch blijft, hoewel 't gansche koor zich in den rouw steekt; het strookt nog minder met de financieele belangen der zeer duur beheerde Amsterdamsche Afdeeling, welke met de jaarlijksche reprises van het oratorium een deficit zijner andere concerten schijnt te moeten vermijden. Men zegt dit ten minste. En al zou de Matthäus-Passion geen voorzorgsmaatregel zijn tegen een kastekort, de inkomsten, welke ze oplevert, zijn niet te versmaden. Men kan ze om-en-om schatten op f 10.000. Hemel en aarde zullen daarom bewogen moeten worden vóór men er aan denkt tot de traditie terug te keeren en ik wensch ‘Het Handelsblad’, dat de reconstructie-strooming een oogenblik verdedigd heeft, veel dapperheid en veel uithoudingsvermogen.
Het werk heeft zijne bewonderaars, die leven in eene geheel andere wereld van gevoel en van muziek dan ik en het is mogelijk, dat hunne ideaalste wenschen eerst in vervulling zouden gaan, wanneer het laatste restje vreugde, zonnigheid, uiterlijke sier, en boeiend leven, verloren ging. Ik vraag slechts wanneer die fanatieke bewonderaars aan Mengelberg en Toonkunst den eisch zullen stellen om 't vereerde werk voortaan te geven zonder coupures, met alle da-capos gelijk ze voorgeschreven werden door den componist. Want het mag niet geoorloofd zijn, lijkt mij toe, om van een werk, dat men zóó bemint, ongeveer één derde gedeelte te schrappen. Bij dien eisch wensch ik hun nog méér dapperheid en uithoudingsvermogen, ofschoon zij van langdradigheid en verveling in de muziek een geheel andere voorstelling hebben dan ik. Het zou echter de moeite eener proefneming waard zijn om uit te maken of er menschen zijn, die eene Matthäus-Passion zonder coupures verdragen kunnen. Zij zou ongeveer vijf uren duren, hetgeen niet abnormaal is. Er bestaan Wagner-drama's, waarbij men nog langer gevangen zit.
De uitvoering verschilde niet aanzienlijk met die van vorige jaren. Het koor was 't zwakst bij de monumentale inleiding, doch herstelde zich en zong het overige bijna zonder uitzondering met mooien klank en veel virtuositeit van voordracht. Het jongenskoor van Den Hertog schijnt eene periode van inzinking te beleven; het klonk hard, droog, ongevoelig en onzeker. Ik weet niet of het eene noviteit is om de jongens met orgel te stemmen, doch de orgelstem kwam ongemotiveerd en storend naar voren. De vroegere trompet, die afgeschaft werd, is verre te verkiezen boven de met één vinger bespeelde koningin der instrumenten want de trompet blijft in ieder geval eene individualiteit.
Sinds lang hoorde men bij Toonkunst niet zulk een voortreffelijken Evangelist als Carl Erb. Bel-canto is zijn fort niet (de tenor-aria telde vele bedenkelijke momenten), doch zijn reciet en vooral de dramatische fragmenten van het verhaal, werden voorgedragen met eene uitstekende stembeheersching, met verscheidenheid en dikwijls met een grooten rijkdom van expressie. De klank doet denken aan Urlus in zijn laatste jaren.
Meta Reidel, die mevr. De Haan verving, is nog lang niet tegen de alt-partij opgewassen. Zij intoneerde alles weifelend, hare voordracht is ongestileerd en zij heeft haar gewone huilerige en quasi-smartelijke accent niet alleen geen oogenblik verlaten, doch zelfs afzonderlijk aangedikt. Tot de eentonigheid van het geheel, welke soms bijna onverdraaglijk werd, heeft zij belangrijk bijgedragen. Voor zij de partij technisch beheerscht zal zij nog enkele jaren studies moeten doon. Het is geen bezwaar, dat zij ze opvatte als een zestigjarige dame, - dit kan afgeleerd worden.
Thom Denijs zong den Christus op zijne gewone manier, met een mooi timbre in het piano, doch ondanks alle zalving en alle gerektheid nergens overtuigend in het goddelijke of bovenmenschelijke. Ik geloof dat hem daarvoor in de eerste plaats eene rustige ongedwongen hoogte ontbreekt en verder een nobel forte. Hendrik Koning gaf de kleine baspartijen over 't algemeen in goede en juiste karakteristieken en met zeer reëele opvattingen der verschillende rollen. Krüger en Blanchard speelden hunne droomerige en diviene oboi-d'amore, Willeke zijn melancholisch mijmerende fluit en als dit trio er niet was zou de Matthäus-Passion voor mij de helft harer aantrekkelijkheid verliezen. Hendrik Rijnbergen had den viool-solo overgenomen van Louis Zimmermann. Evert Cornelis zat wederom aan het clavecimbel (zijne partij in de tenor-aria trad pittoresk op den voorgrond). Hendriks had de orgelpartij, het Concertgebouw-orchest vervulde met een onwaardeerbare toewijding zijne lange en monotone taak, welke zóó dikwijls slechts bestaat in plichtsgetrouw opgeslokt worden door de koor-massa's.
Daar is een soliste, die ik met bijzondere vereering herdenken wil. Zij leek mij de eenige, die aan 't werk ten volle, met hart en ziel, was overgegeven, zij leek de eenige, die zong met een kinderlijk en heerlijk geloof, en de eenige was zij, die de souvereine schoonheid schonk, omdat zij haar hart en haar ziel uitzong. Het was mevr. Noordewier-Reddingius, die zichzelve in liefde, innigheid en ondoofbare jeugd heeft overtroffen.