Dina Diependaal [en Anton Verhey] [Liederen van o.a. Wolf en Tschaikowsky]
Vergeleken bij het vorig jaar is Dina Diependaal onbegrijpelijk achteruitgegaan en er zou wederom niets vermeld kunnen worden, - als ware zij eene beginneling - dan de prachtige geschiktheid tot zangeres, het edele geluid, mat-goud in de laagte met warm opwellende lichtbrekingen, goud in het medium, zingend met eene sonore klaarheid, met mooie soepele stijgingen in glans naar het laatste register. Er heeft deze alt, die eene veilige toekomst in hare stem had, slechts een ding ontbroken gedurende dat lange jaar: een leidsman, betrouwbaar in artistieke zaken, eene voortdurende, scherpe contrôle op stijl en voordracht.
Het was verbijsterend (en teleurstellend) zooals Dina Diependaal alleen nog maar zong in kleine aanwendsels, verkeerde maniertjes en zoete hebbelijkheden. Zij gaf geen enkelen rustigen toon, doch niets dan crescendo en decrescendo en met dit nuttelooze, onbeheerschte aanzwellen en afnemen heeft zij den ganschen avond gezwoegd. Zij verloor bovendien alle natuurlijkheid, zocht achter ieder woord een karakteristiekje en de onnoozelste intenties van den tekst meende zij hevig aangedikt te moeten lanceeren. Zij schijnt alle instinct voor muzikale stemmingen te zijn kwijt geraakt. In plaats van den emotioneelen achtergrond der liederen kon zij niets geven dan eene opeenhooping van declamatorische effecten. Zij zong ook alles met hetzelfde oppervlakkige gevoel en met dezelfde bekrompen visie. Waar zij expressies typeerde was zij er steeds naast. ‘Die Zigeunerin’ van Wolf, goed bedoeld (alles was fameus goed bedoeld), verliep vanaf 't begin in ordinaire, canailleuse geluiden. ‘In mitten des Balles’ van Tschaikowsky, een blank, peinzend, simpel stukje, dat zij alleen voor-zich-uit had behoeven te zingen, telde minstens tien fouten tegen de waarheid der uitdrukking.
Het is Dina Diependaal totaal gaan ontbreken aan begrip voor stijl, aan goeden smaak, aan intelligentie en aan innerlijk evenwicht. Doch hare buitengewone stem verdient de moeite om haar geheele voordracht te herzien. Dit zij haar tot troost.
Anton B.H. Verhey begeleidde. Onfeilbaar. Maar ook droog zooals altijd en hij bleef onvermurwbaar toekijken, hoe de zangeres zich uitputte in glimlachende lyrick en verkeerde expressionismen.