Eene ‘insinuatie’
De heeren Frederic Lamond, Alexander Schmuller en Marix Loevensohn hebben het volgende briefje geteekend, dat ons dato 13 Februari 1918 van Lamond's eigen hand geworden is:
‘Hierdoor verklaren de ondergeteekenden, dat zij den Röntgen-avond op 12 Febr. j.l. volgens hun eigen initiatief hebben ondernomen, als een spontaan bewijs van hunne vereering voor de naar hun meening zoo belangrijke kunst van den componist. De bewering van uwen recensent alsof het ensemble van dien avond een "geëngageerd trio" zou zijn, is volkomen onwaar en geeft den ondergeteekenden derhalve het volste recht dit gezegde als eene insinuatie qualificeeren.
Wat loopen die drie achtenswaardige apostelen hard van stapel voor hun belangrijk ideaal! Zou het niet van meer gezond verstand in zake muziek getuigd hebben, wanneer zij zich hadden laten ‘engageeren’, dan dat zij zich zoo laten meesleepen door hunne plotselinge ‘vereering’?
Ik ben benieuwd wanneer het drietal gratis concerten van meesterwerken gaat geven voor het insolvente volk b.v.
Wanneer zij zich gratis beschikbaar gaan stellen voor ongefortuneerde jonge kunstenaars.
Wij zullen de drie aanzienlijke vertolkers en den schitterenden tijd, welken zij ons tegemoet doen gaan bovenmate waardeeren. En wanneer zij zeggen, dat Röntgen-avonden, met geen geld te betalen zijn, dan stemmen wij toe. Er moest boete staan op het vertolken van zulke mismaakte kunst.
M.V.