Daniël de Lange
Volgens ontvangen berichten, is Daniël de Lange te Point-Loms overleden.
Omdat het Nederlandsche leven hem te eentonig en te drukkend werd (hij bereikte weinig van zijn muzikale idealen) en om zich geheel aan de theosophie te kunnen wijden, had De Lange zich eenige jaren geleden uit Amsterdam naar Californië begeven. Hij nam toen zijn ontslag als directeur van het Conservatorium, dat hij te zamen met Frans Coenen, Henri Bosmans, Joseph Cramer, J.B. de Pauw en Julius Röntgen in 1883 had opgericht en waar hij zelf onderricht gaf in de theoretische vakken. Ook van de Muziekschool was hij sinds 1895 directeur, terwijl hij tevens de muziekcritiek in het ‘Nieuws van den Dag’ verzorgde. Voor het Nederlandsche muziekleven is hij een figuur van groote beteekenis geweest: steeds ondernam hij nieuwe pogingen om Hollandsche kunst een plaats in de wereld te verzekeren. Zoo richtte hij in 1881 zijn eerste à-capellakoor op, dat door verscheidene andere werd gevolgd, o.a. in 1892 door het Amsterdamsche à-capellakoor, waarmee hij in alle groote steden van Europa concerteerde en dat vooral de oud-Nederlandsche muziek propageerde. Hij was de eerste, die hier de Damnation de Faust van Berlioz opvoerde. Hij gaf hier ook de allereerste auditie van Anton Bruckner. Als theoreticus schreef hij zijn Exposé de la théorie musicale, waarin verschillene nieuwe ideeën zijn neergelegd. Als componist van Van Eeden's Lioba trachtte hij ook naar hervormingen in het muziek-drama. Over de declamatie van tekst, over de verhoudingen tusschen woord en toon, had hij geheel origineele en opmerkenswaardige meeningen.
Hij werd in 1841 te Rotterdam geboren, waar hij het eerste muziekonderricht kreeg van zijn vader S. de Lange Sr., van Verhulst, Dupont en Ganz. In 1856 ging hij naar Brussel, waar Servais en Damcke zijn leermeesters waren. Daarna is hij geweest in Lemberg, in Parijs. Hij maakte kunstreizen door geheel Europa, voor hij zich definitief vestigde te Amsterdam.
In 1911 vierde hij zijn 70en verjaardag. Vrienden en bewonderaars hebben hem toen een geschenk in geld aangeboden, bestemd tot versterking van het door hem ingestelde studiefonds, voor hen die het Conservatorium wenschen te bezoeken. Men kan zeggen, dat hem niets méér ter harte ging dan de toekomst van het jonge geslacht.
Daniël de Lange was ridder in de orde van den Ned. Leeuw en ridder in de orde van de Oostenrijksche Eiserne Krone.