Elsa Gregory [Liederen van Schumann, Johann Abraham Peter Schulz (met luit-begeleiding), Oskar Fried en Reger]
Zij droeg een kleinen krans van witte bloemen, had zachte, vriendelijke, onschuldige oogen en een menigvuldigen, altijd zoeten glimlach. Zij is jong en vroolijk en laat voortdurend voelen hoe haar hart klopt. Zij is lief, naïef, en gevoelig, o, zeer gevoelig. Zij is ook heel idealistisch, heel romantisch en dweeperig. Zij gaat niet ver en gaat niet diep in haar charmes-van-het-voetlicht, zij mag ook niet ver gaan in haar sentimenten want haar ziel bestaat uit niets, zou men zoo zeggen, dan blanke vriendelijkheid. Dat is Elsa Gregory met de luit en ook Elsa Gregory, begeleid door de piano. Men zou er bij kunnen voegen, dat zij zelfs serieuse muziek-studies heeft gemaakt.
Maar deze studies telden niet in de eerste plaats. Schumann's muzikale geschiedenissen, waarvan de melodie al jaar op jaar bezig is te verwelken, werden expressiever gemimeerd dan gezongen. Elsa Gregroy kan haar zoete hart beter op haar gelaat dan in haar stem doen spreken. Twijfel er niet aan of zij begaafd is! Maar hare vocale begaafdheid, gemeten naar de kunstenaressen van haar en van ons land, staat nog bij het eerste kwartier. Verschillende tonen van hare wijd-gespannen scala, met een doordringend jongens-geluid in de laagte, een schel en ijl sopraan-stemmetje in de hoogte, moeten zorgvuldig geretoucheerd en met elkaar vergeleken worden. Er waren immers zeer middelmatige en ongelijkmatige momenten. Met de intonaties zou zij ook conscientieuser moeten omspringen en wanneer zij zich begeleidt op de luit, de luit nauwkeuriger moeten stemmen.
Toen ‘Weit, weit’, ‘Mondnacht’ (sedert jaren niet gehoord en nu tweemaal in één week!), ‘Der arme Peter’ (met veel Mahler-elementen!), ‘Der Nussbaum’ ('t allerbest vertolkt) waren gemimeerd, begon zij aan Schulz. Johann Abraham Peter Schulz is een componist geweest van alle denkbare soorten muziek, schreef tallooze partituren vol met noten, ondanks eene borstkwaal, was eenmaal in de internationale waardeering de grootste concurrent van Haydn en Mozart om geheel vergeten te worden door het nageslacht. Alleen de propagandisten van volkslied en volkszang kennen hem nog en citeeren hem af en toe. Van dezen Schulz (er zijn er natuurlijk veel meer) zong Elsa Gregory een completen cyclus Frülingsliebe, welken zij zelf voor luit zette. Doch nadat ik de beschrijving gegeven heb van de zangeres, valt er over Schulz niets nieuws op te merken. Eene voordraagster, die Schumann naar haar aard kan zetten, kan 't ook Schulz. Het was verreweg 't beste en het waardeerbaarste gedeelte van haar programma: bekoorlijk en argeloos.
Na de pauze had ik Gregory maar niet moeten hooren. Zij denkt immers eene vertolkster van het moderne lied te zijn. Maar als zij daarin gelijk wil krijgen, moet zij andere liederen kiezen dan die van Oskar Fried, andere dan eene romance uit Eugène d'Alberts nieuwe opera ‘Die toten Augen’, dan een Maria-liedje van Reger. Dat alles te zamen genomen was zeer onbelangrijk en zeer gewoon. Zij vergiste zich evenwel erger nog door den avond te sluiten met drie Duitsche, hedendaagsche liedjes voor de luit, van welke een door haar zelf geschreven. Zij vonden den meesten bijval, werden heftig gebisseerd, doch al onze componisten van levensliederen gingen me door het brein en met geen van deze kan zij vergeleken worden, noch met Anna Wensma Klaassen, noch met Pisuisse, noch met Clinge Doorenbos; om te zwijgen van den in zijn genre magistralen Speenhoff!
Doch voor het lied-met-de-luit, gelijk zij het opvatte, is in Nederland een dankbaar publiek te vinden en tot dit publiek richte Elsa Gregory zich zonder klassieke en moderne meesters, zonder bedriegelijke en teleurstellende Gründlichkeit en Wichtigmacherei.