Willem Mengelberg [Gedurende twee-en-een-halve maand staat alles stil - Mengelberg moet reizen]
Men wil weten, waarom gisteren Erich Korngolds sinfonietta, ondanks de koele, negatieve ontvangst van dit mislukt en minderwaardig werk door pers en publiek, voor de tweede maal gegaan zou zijn, als de dirigent niet ongesteld geworden was? - Mengelberg moet reizen.
Men wil weten, waarom Donderdag wéér dezelfde symphonie (altijd dezelfde van de pl.m. 125) van Haydn gaat? waarom wéér de Anacreon-ouverture van Cherubini (eene familie-reliquie van den heer Mengelberg)? waarom a.s. Zondag de 1e van Mahler herhaald wordt? - Mengelberg moet reizen.
Men wil weten, waarom de première van Jeux, het ballet van Debussy, is uitgesteld ad calendas graecas? - Mengelberg moet reizen. Waarom bij de Maatschappij van Toonkunst weer het Requiem van Verdi gegeven wordt (een bewonderenswaardig stuk overigens), dat een paar jaar geleden pas ging? Waarom de Maatschappij voor hare tweede uitvoering Peter Cornelius' Barbier van Bagdad koos?? Gij zijt geneigd te denken niet waar?, dat onze koren niet opgericht worden om verpleegster te spelen over de sinds 1858 sukkelende opera van een Wagner-epigoon, die - dit is sinds 1858 overal bewezen - te weinig talent had voor den schouwburg? Gij meent, dat het Toonkunst beter zou passen om een belangrijk meesterwerk in concertvorm op het programma te nemen dat onze opera's niet aandurven wegens de zware kosten der monteering of wijl het publiek ontbreekt voor de hoogere opera-kunst? Dat het Toonkunst zou eeren, wanneer het voor die hoogere opera-kunst langzamerhand een publiek kweekte? Ja, dit alles zou bij een normalen staat van zaken gebeuren maar - Mengelberg moet reizen.
Men wil weten, waarom Mengelberg ongesteld is geworden? Omdat hij moet reizen. In onverwarmde treinen; in tochtende coupé's; onder vele moeilijke omstandigheden; met urenlange oponthouds aan de grens, urenlange vertragingen in de Duitsche stations, zoodat hem het traject Amsterdam-Frankfort een geheel etmaal tijdverlies kost.
Men wil weten hoever zich de invloed van dat reizen uitstrekt op den zakengang van het Concertgebouw? Zóóver: vanaf begin Nov. tot 17 Jan. 1918 is Mengelberg niet in de gelegenheid om iets nieuws in te studeeren met zijn orchest; gedurende twee-en-een-halve maand staat dus alles stil.
Men wil weten, waarom gedurende die kostbare maanden alles stilstaat, terwijl het Concertgebouw twee onderdirigenten telt? Dit gebeurt aldus: De heer Dopper is een gematigd en bescheiden man die een te drogen kijk heeft op de verhoudingen, die te weinig talent bezit als kapelmeester om ook maar te durven trachten een succes te behalen. Over de programma's van den heer Evert Cornelis treedt Mengelberg op als 1e controleur, is Dopper als 2e controleur aangesteld, zoodat ieder stuk, dat de hoorders even boven de gewone maat zou boeien, onverbiddelijk en zonder vergissing geschrapt wordt. Ik zeg het ronduit en kan het toelichten uit den loop der dingen gedurende de laatste jaren: het is Mengelberg zeer onaangenaam, wanneer Evert Cornelis uitingen waagt te geven aan zijn levendig en markant talent; het verontrust de reizen van Mengelberg, wanneer uit de kranten (welke hij steeds zegt niet te lezen) blijkt, dat wij bij Evert Cornelis niet zijn ingedut gelijk bij Dopper.
Men wil weten, waarom een begaafd kunstenaar als Mengelberg eene zoo kleingeestige gedragslijn volgt? - Omdat Mengelberg moet reizen. Men kan in een kouden trein, in tochtige coupé's, in een slecht verlicht en onverwarmd station (wanneer men heel ijverig is of heel erg geprest wordt) desnoods in het hiëroglyphen-schrift eener nieuwe partituur doordringen, maar men kan daar niet repeteeren met een orchest. Zèlf kan hij het dus niet doen. En de andere? Zie eens: de heer Mengelberg is niet bijzonder overtuigd van de onsterfelijkheid zijner ziel en waarschijnlijk heeft hij uit de Romeinsche, de Grieksche of de vaderlandsche geschiedenis geleerd, dat mededingers alleen lastig zijn. Hij is ook niet zoo erg jong meer en heeft den tijd zijner vurigste enthousiasmen al lang achter den rug. Waarom zou hij zich hernieuwen, waarom opwaarts streven, als hij de macht bezit om iederen mededinger te weren en tot werkeloosheid te dwingen? Wat kan Mengelberg het Amsterdamsche muziekleven schelen? Even weinig als het Röntgen kan schelen. Even weinig als het onze overheid kan schelen. De meeste menschen - dit is immers een waarheid - hebben alleen enthousiasmen zoolang de carrière of de reputatie nog niet heelemaal gemaakt is. Mengelberg verheugt zich dus kalm in zijne reputatie en draait als een reëel politicus elken mededinger radicaal den hals om of belet hem den toegang.
Men wil weten, waarom Mengelberg reist en etmalen doorbrengt in de kille treinen? Niet omdat het Concertgebouw Mengelberg te laag honoreert, want deze dirigent behoort tot onze aller-duurst betaalde kunstenaars. Niet omdat de Frankforters hem ongaarne willen missen, niet omdat de Duitschers hem buitengewoon vereeren. Want Mengelberg's beroemdheid in Duitschland is niets dan fictie en bestaat niet eens. Hij kan de ‘goede critieken’, welke hij daar in zijn eentonigen levensloop kreeg (altijd dezelfde symphonieën!), op zijne vingers natellen. Waarom dan? Ik weet het niet. Hij vecht in Frankfort om zijn bestaan en de bovennatuurlijke koppigheid der Frankfortsche kooplieden, die hem steunen, zijne eigen koppigheid, welke hem verhindert te retireeren, bestendigt een toestand, welke hem denkelijk meer verbittering zal geven dan genoegen. Hij werkt te Frankfort in eene stilzwijgendheid, die hem elk jaar meer als nachtmerrie moet drukken, want het zal hem toch slechts matig opbeuren, dat een paar Hollandsche bladen (‘Het Vaderland’ en de ‘N.R.Ct.’), nietszeggende verslagjes over zijn avonturen te Frankfort opnemen, terwijl de geheele Frankfortsche pers hem met even bovennatuurlijke koppigheitd doodzwijgt - tot zij zal kunnen spreken over zijn vertrek en zijn nederlaag.
Men wil misschien ook weten, waarom het Bestuur van het Concertgebouw op deze wijze met zich laat spelen door Mengelberg? Het is een simpel en naïef geval. Zij hebben Mengelberg aan den band en vinden het wel prettig zulk een opzienbarende persoonlijkheid aan den band te hebben. In theorie immers is Mengelberg hun ondergeschikte. Hoe moeilijker hij te regeeren valt, des te meer genoegen ondervindt Het Bestuur van de theoretische macht, welke het bezit. En Mengelberg vindt het héél prettig om te spelen met een Bestuur, dat hem alleen theoretisch kan domineeren. Het Bestuur beschouwt Mengelberg ook als een unicum op de wereld, als een onmisbaar leider hunner instelling en een tijdlang heeft men deze opvatting stelselmatig gevoed. Doch was Richard Heuckeroth onmisbaar voor de Ned. Opera? Was Van Anrooy onmisbaar voor het Arnhemsch Orchest? Was Viotta onmisbaar bij het Residentie-orchest? Nooit vlotten bij deze drie ondernemingen de zaken beter, dan na de dirigenten-mutaties. Niemand is in een goed georganiseerde zaak onmisbaar en Het Bestuur, dat uit voortreffelijke zakenlieden bestaat, zal deze meening door dagelijksche ervaring met ons deelen.
Gij wilt ten slotte weten, hoe in zulk een toestand verbetering gebracht kan worden? Het Bestuur heeft elken dag de bevoegdheid om van Mengelberg, den hoogst gesalarieerden van het orchest, te eischen, dat hij zijn plicht en de belangen van de instelling beter in het oog houdt. Hij kan Frankfort niet combineeren met Amsterdam? hij kan den een niet geven zonder dat de ander verliest? Welnu, dan moet hij definitief kiezen tusschen Amsterdam en Frankfort. Wil het Bestuur hem nominaal behouden voor Amsterdam, dan moet Mengelberg zijne kleingeestige controle over de onderdirigenten laten varen en hun de vrije hand gunnen. Wanneer hij Frankfort vermaakt, behoeven wij ons allerminst te vervelen. Mocht Het Bestuur dit niet inzien, of mocht het uit Bestuurs-overwegingen niet willen optreden, dan rest nog slechts eene actie der talrijke ontevreden abonné's. En wij hopen, dat het Concertgebouw-Bestuur zijne hegemonie en zijn muziek-monopolie niet op dit spel zal willen zetten. Hier en daar immers (in Den Haag b.v.) valt reeds een belangrijk terrein-verlies te constateeren.
De lotgevallen van Willem Kes, die na twee-en-twintigjarige afwezigheid hier ‘huldigings-concerten’ mag dirigeeren, en wiens sensitieve, meesterlijke kunst vèr reikt boven zijne reputatie van africhter, hebben inderdaad bewezen, dat niemand onmisbaar is. Want het Concertgebouw-orchest is voor Amsterdam altijd nog onmisbaarder dan een Kes of een Mengelberg.