Ilona Durigo
Wij ontvingen het volgende anonieme briefje:
‘Schade doch, gelt, dass Strauss kein Franzose ist.’
Men behoeft geen grapholoog te zijn, om in de eenigszins onbeholpen hand van dit pamfletje 't schrift te herkennen van Ilona Durigo wanneer men 't herhaalde malen gezien heeft.
Van de anonieme brieven der ‘groote’ kunstenaressen moet men nota nemen, vooral wanneer die kunstenaressen de reputatie bezitten van een zeer teeder hart, een zeer menschelijk gemoed, een zeer roerende stem en andere goedkoope, veroverende humbug. Plus eene zeer middelmatige techniek. Maar zou mevrouw Durigo, die een paar malen in het jaar de Hollandsche guldens komt veroveren met haar verfijnd en zeer geciviliseerd gemoed, met een smakeloos-slecht programma, dat wij dezen keer niet eens wilden hooren en dat alleen speculeert op het burgerlijkste publiek der wereld, zou mevrouw Durigo niet beter hebben gedaan met ons door dit anonieme briefje niet te bewijzen, dat zij wèl eene Duitsche is.
En zou mevrouw Durigo, die zich sinds den oorlog immers niet meer bekommert om Hollandsche muziek (in casu den ‘Deutschfeindlichen’ Diepenbrock) niet de goedheid willen hebben om onze overige eigenschappen, tot welke (in casu den lof, dien wij Strauss gaven) onze objectiviteit behoort, niet met rust willen laten? En wanneer zij dat niet kan, zou mevr. Durigo dan de goedheid willen hebben om hier minder smakeloos en minder Duitsch op te treden?