‘Apollo’ (Concertgebouw) [Werken voor mannenkoor van Roeske, Hegar, Laurent de Rillé, H.J. den Hertog en Zweers]
De ‘Verdronken Klok’ speelde in het Paleis voor Volksvlijt, in het Concertgebouw gaf de Kon. Liedertafel ‘Apollo’, onder leiding van Fred. Roeske, zijn leden-concert. Ik heb de altzangeres mevrouw Koolhove-Ashe tot mijn spijt niet kunnen hooren en van den cellist Guillaume Hesse slechts de ‘Variations symphoniques’ van Boëllmann kunnen opvangen. Zij werden lyrisch en week ingezet en zouden uitstekend geslaagd zijn, wanneer zij minder monotoon en wat zekerder in het passage-werk waren verloopen.
Het statige, voortreffelijke mannenkoor lijkt nog voltallig en men zou Roeske zelf moeten interviewen om te weten of het van de mobilisatie geleden heeft of lijdt. Voor mij was het niet merkbaar, het bezat nog al zijn ouden glans, zijn oude kracht en candide heroïek.
Behalve koren van Roeske (Haralds Bruid), van Hegar (Schlafwandel), van Laurent de Rillé (Hymne à Nuit) gaf ‘Apollo’ de eerste uitvoering van ‘September, blaas!’, een herfst-stukje van H.J. den Hertog, waarin September-goud afwisselt met September-grijs. Het werd in den echten stijl gecomponeerd van de meest koninklijke liedertafel en kon direct geschreven zijn voor ‘Apollo’. De vertolking mocht Den Hertog genoegen doen en ook Bernard Zweers heeft pleizier gehad van ‘De groote hond en de kleine kat’, dat hij vanaf het balcon is komen toewuiven. Het stemde niet alleen den auteur maar de heele volle zaal tot vroolijkheid.
Roeske is nog steeds, de stoere en altijd triomfeerende Roeske van vroeger, een type, en ‘Apollo’ blijft aan de spits van alle Liedertafels.