[Dora Zweers-de Louw in Mozart-aria's - Zweers, voorspelen Gijsbreght van Aemstel]
Mevrouw Dora Zweers-de Louw trad bij dit 53ste abonnements-concert op als soliste. Zij zong coloratuur-muziek van Mozart, meditatieve coloratuur-muziek, en bovendien coloratuur-muziek met begeleiding van obligate viool, obligate fluit, hobo en fagot. De virtuositeit waarmee deze instrumenten bespeeld worden, de gemakkelijkheid waarmee zij aanspreken, de volmaakte rust, de bovenaardsche vredigheid, het hemelsche geluk, welke de muziek dezer instrumenteel afstraalden bij den Incarnatus est, herinnerden te veel, dat coloratuur-muziek gepaard moet gaan met een absolute beheersching der techniek, dat bij meditatieve coloratuur-muziek alle lichamelijke inspanning zoo weinig mogelijk merkbaar moet zijn, en dat de stem hier soepeler moet klinken dan ooit, die instrumenten waren ook eene te gemakkelijke contrôle voor de intonatie, de loopjes, de trillers, de technische beheersching der sopraan-soliste.
Het bleek in ieder opzicht, dat mevr. Dora Zweers-de Louw boven hare krachten gereikt heeft. Waartoe diende het ook om de zware aria te geven welke wij zoo kort geleden op een uitvoering van het Concertgebouw-Sextet hoorden voordragen door mevr. Noordewier?
Van mevr. Noordewier was alles subliem, van mevr. Zweers was alles middelmatig en half af, van mevr. Noordewier klonk het als een zielsverrukking, heel deze mystieke vervoerdheid werd hare persoonlijke ondervinding, van mevr. Zweers klonk het dor, onpoëtisch en zoo houterig naast het zachte gejubel der houtblazers, dat ik het maar niet zal beschrijven. De aria uit Il re pastore (ze werd in 't Italiaansch gezongen, doch waarom moest zij in zulk een slechte Duitsche vertaling worden afgedrukt?), die aria, waarin al het geluk der liefde zingt, kwam er even slecht af. Wij hebben andere, betere en warmere opvattingen van de lyriek.
Men ontving mevr. Zweers met eene vrij groote onverschilligheid en men liet haar ook onverschillig gaan. Men is haar immers niet gewend in dit milieu en ik geloof, dat het te laat is, zoowel voor haar als voor ons, om nog te wennen. Dit lijkt mij jammer, want zonder twijfel heeft mevr. Zweers talent, dat tot eene persoonlijkheid zou gegroeid zijn, wanneer men tijdig persoonlijkheid van haar gevergd had.
Wanneer de abonnements-concerten het getal vijftig naderen of overschrijden, wanneer iedereen overkropt is van muziek, wanneer de zomer komt, dan denkt zich Willem Mengelberg er eens, dat er nog eene Nederlandsche kunst bestaat en van deze handelwijze heeft Bernard Zweers het slachtoffer willen zijn.
De zaal, die voor de pauze ter eere van Mozart stampvol was, bleek na de pauze ter eere van Zweers half leeg te zijn en hoewel Mengelberg zich wederom aan 't hoofd van 't applaus stelde, behaalden de voorspelen uit Gijsbreght van Aemstel niet eens een succès d'estime. Het was een treurig fiasco.
In ons blad van 5 December 1916 werd aan Bernard Zweers nog eene kroniek gewijd en daar 't meerendeel der hoorders op 't requisitoir dezer kroniek geantwoord heeft met hun vonnis, dat slechts voor Zweers en zijne laatste getrouwen bitter kan zijn, behoeven wij nu, terwijl de abonnements-concerten reeds 't getal 54 bereikt hebben, niets te herhalen. Maar voor Zweers is het wel nuttig, dat wij zijne aandacht vestigen op de wijze Fransche spreuk: Il faut quitter le monde avant le monde nous quitte.