Zalsman - De Vogel[Liederen van Brahms, Strauss, Sinding, Duparc, Chausson en Diepenbrock]
De tijd, dat Zalsman nog wel eens goed gedisponeerd optrad, heugt mij niet meer, dus ook niet de tijd, dat hij nog wel eens den indruk maakte van een meesterzanger. Hij had echter niet dikwijls zoo'n slechten avond als gisteren, toen hij een programma zong van louter liefdes-verzen, weenende liefde, (Mainacht), wiegelende liefde (Ruhe Süssliebchen), eenzame liefde (Erinnerung), voldane liefde (Befreit), sarcastische en sardonische liefde (Ein Weib), het gewone programma, kortom der verschillende liefdes, die Brahms vooral, Strauss (Befreit) ook en Sinding (Ein Weib) ook, met eene ontstellende banaliteit op muziek hebben gezet, en die niet den minsten indruk maakten.
Maar dat lag eveneens aan den zanger. Hij had eene nog onbeweeglijker bui dan anders en het stemde ironisch een placiden reus, als Zalsman kwartieren lang in eene vergenoegde extase te zien staan, welke hij noch smeltender, noch loomer had kunnen intoneeren. Met de Fransche liederen ging het niet beter. ‘La vie antérieure’ van Duparc hebben wij pas tienmaal voortreffelijker door Marie Versteegh hooren voordragen. ‘Puisque l'aube grandit’ van Diepenbrock werd weergegeven met het zonderlingste automatisme (ook door den begeleider), welke het totaal deed mislukken, en ‘Le Charme’ van Chausson slaagde evenmin als een lied van César Franck. Zalsman had goede tonen, maar ik weet niet welke de talrijkste waren, de goede of de slechte, en van zijne indolentie is hij het heele concert niet afgekomen.
Een nieuwe pianist, de heer A. de Vogel, begeleidde en speelde soli. Hij heeft verdienstelijke technische eigenschappen, doch uit zijn Brahms- en zijn Debussy-spel sprak nog geen persoonlijkheid en nog geen kunstenaar.