160ste Caecilia-concert [Brahms' Vioolconcert en Tschaikowky's Pathétique]
Het honderd-zestigste Caecilia-concert is verloopen, gelijk alle andere: eene reprise van een paar repertoire-stukken.
Het was niet de eerste keer, dat de twee componisten, die elkaar 't meest verfoeid hebben tijdens hun leven, Brahms en Tschaikowsky, op één programma stonden, niet de eerste keer, dat Mengelberg de Pathétique van buiten dirigeerde, dat Zimmermann het viool-concert van Brahms speelde, - daar groeiden wij mee op, daar leven wij mee en daar zullen wij mee sterven; want dat staat zoo vast als de aarde. Het eerste deel van Brahms' concert lukte dus ook weer niet heelemaal en het bevredigde ook weer niet heelemaal, dat de violist hier veroordeeld is om dikwijls de erbarmelijkste krasgeluiden te maken; en men verbaasde zich ook weer (ik ten minste verbaasde mij) dat nog altijd de Criticus niet gekomen is, die met eene methode, welke zijne kunst een weinig eeren zou, aantoont, wat uitstekend is in dit viool-concert, wat héél-pastiche of half-pastiche is in dit werk, wat gemaakt en wat gevonden is in deze muziek, wat noodzakelijk voor onze ooren gecoupeerd moest worden uit dit stuk, kortom, een scherpzinnig en wetenschappelijk criticus, gelijk die bestaan of bestonden in de Letteren, in de Beeldende Kunsten, etc. Maar bij het 260ste en 360ste Caecilia-concert zal ook deze heilbrengende criticus, die alle conservatorium-leerlingen der wereld eene weldaad kon bewijzen, nog niet gekomen zijn.
Louis Zimmermann werd dus toegejuicht op de oude wijze en de Pathétique van Tschaikowsky was weer grandioos. De onwaardeerbare mate van meesterschap, de overstelpende vitaliteit, de hartstochtelijke adem dezer muziek, en het rythme, het fameuze rythme, dat bijt en slaat, dit alles moet reeds bij het 16de of bij het 60ste ‘groot instrumentaal concert’ der Maatschappij Caecilia beschreven zijn. Ook het meesterschap van Willem Mengelberg. Hij leidde bij deze symphonie weer bewonderenswaardig en dat er na elk deel geapplaudisseerd werd, geschiedde met reden. Hij was de twee Engelsche oorlogsbodems en den éénen Duitschen hospitaal-trein méér dan waard.