Hans Franco Mendes [en Siegfried Blaauw] [Werken voor twee piano's en liederen van Schubert en Wolf met Hendrik van Oort]
Er bestaan weinig ‘oorspronkelijke’ werken voor twee piano's en dit zal bij Hans Franco Mendes en Siegfried Blaauw de oorzaak geweest zijn om het Bach-concert en Saint-Saëns' Beethoven-variaties te spelen. Het eerste wat men dus opmerkt is, dat de pianisten niet veel reden hadden om hun tweemanschap te sluiten. En ik vraag mij af, waarom Hans Franco Mendes, die men door de goden begunstigd mag achten, bij zulk een flagrant gebrek aan répertoire, zèlf niet eene compositie schreef voor twee piano's? Of hadden zij, als dit onmogelijk is, niet een arrangement kunnen maken van een ons onbekend werk? De Achtste symphonie van Anton Bruckner b.v.? Dat gebeurde wel meer. Of als hun tijd en lust zelfs niet zoover ging, waarom namen zij dan niet, laten wij zeggen: Le Sacre du Printemps van Igor Strawinsky dat o.a. voor twee piano's verschenen is? Al deze mogelijkheden zouden ons geïnteresseerd hebben en hadden bij de pianisten ten minste getuigd van eene meer dan oppervlakkige activiteit. Doch de nervus rerum (o hemel, niet het geld, maar het enthousiasme of de liefde) hoe krijgen wij die in ons muziek-leven?
Ondertusschen - Hans Franco Mendes speelde drie kleine stukjes van zichzelf: een novellette, een intermezzo en eene etude, kleine stukjes, welke weer zeer formalistisch en zeer rhapsodisch gehouden zijn; formalistisch in de structuur en de bewerking der motieven, rhapsodisch in de vaagheid en de wisselingen der gevoelens. Het is opnieuw zeer talentvol en vooral handig, verbazend handig geschreven werk. Maar ik zou bij Hans Franco Mendes niets anders kunnen definieeren dan de rythmiek, de modulaties, de melodische aanloopen, dus niets dan de noten. Eene schoonheid, eene bewogenheid, het accent van een mensch, een simpel, een levend geluid kon hij in ons dierbaar en geheimzinnig hiëroglyphenschrift nog niet vastleggen. En vóór wij hem kunstenaar noemen, zal hij de aarde toch moeten zien in haar geluk of in hare smart, de muziek moeten beschouwen als den kreet van 't een of van 't ander en dan dien kreet zoo aangrijpend mogelijk moeten weergeven.
Laat Hans Franco Mendes daarom dat accent van een mensch zoeken of ondergaan. Hij en Siegfried Blaauw zijn reeds twee voortreffelijke pianisten (het kon niet accurater maar misschien minder mechanisch, minder koudbloedig) en met twee uitstekende pianisten mogen wij ons voorloopig troosten.
Hendrik van Oort werkte mede met liederen van Schubert en Wolf.