Maria Ivogün (Concertgebouw) [Sopraansoliste in aria's van Mozart, Louis Zimmermann vioolsolist in Mozarts Haffner-serenade, Beethovens Pastorale]
Maria Ivogün mocht zich reeds verheugen in de geheimzinnige bewondering van velen, die haar nog nooit gehoord hadden en zij is gevierd met een dier zeer feestelijke Mengelberg-zalen. Zoo heeft deze jonge, in Budapest geborene en in München zingende virtuoze in ieder geval de illusie gekend van een gelukkig land.
Laat ik haar deze illusie, in naam der Faam, die haar ten dienste staat, niet ontnemen. Zij is een sopraan, van het genre kanarie, en zoo zij al geen teeder gemoed bleek te bezitten, teeder genoeg om als kanarie rollen te zingen van Mozart, die van het genre Paradijsvogel is, zij zal een teeder humeur hebben. Ergo: het was glas-helder, hemel-hoog, vinger-vlug, eene stem - ja, als eene dwarsfluit; en eene techniek, o! accuraat als eene rekensom, zekerder dan een instrument, de puurste wetenschap.
Maria Ivogün behoort tot het soort der superieure soubrette en wanneer wij ook de soubrette niet wisten te waardeeren, zou ik zeggen: die stem heeft dezelfde morgen-blankheid als de stem van onze Noordewier-Reddingius, maar hoor eens in uwe herinneringen, hoeveel bezielder, hoeveel rijker aan alle eigenschappen, welke den klank en de kleur omtooveren tot schoonheid en tot macht om te ontroeren, hoeveel verhevener de kunst van Noordewier-Reddingius is dan de kunst van Maria Ivogün. En ik mag niet verzwijgen, hopende, dat het geen enkel teeder humeur zal storen, dat 't genre kanarie mij voor Mozart niet bevredigt.
Mej. Ivogün zong van Mozart twee onbekende aria's. De eerste, op den tekst afgaande (Addio, Zemira, ... cara sposa ...) moet een of andere gearrangeerde mannen-aria zijn. De titel was ‘Mia speranza adorata’ en de tweede heette ‘Popoli di Tessaglia’. Ik ben geen Mozart-specialist en dat zou mij ook niets baten in dit land, waar van de groote componisten altijd dezelfde paar werken worden gespeeld. Doch mij dunkt, wanneer nu een-maal in een kwart-eeuw bij ons eene kleine Mozart-afwijking voorkomt, dat men in plaats van de gebruikelijke en meer dan banale analyse der Pastorale van Beethoven, eene bladzijde van het programma had mogen vullen met inlichtingen over deze twee aria's.
Mengelberg dirigeerde en Louis Zimmermann had evenveel succes met Mozart (Haffner-serenade) als Maria Ivogün.