Dirk Fock (Concertgebouw) [Beethoven, Brahms, Strauss en Wagner]
De heer Dirk Fock, ‘oudste zoon van den oud-minister, lid der Tweede Kamer, van dien naam’, gelijk ons de Haagsche bladen inlichtten, trad op aan het hoofd van het Concertgebouw-orchest, het ‘Mengelberg-orchest’, gelijk dat meer en meer heet. De heer Fock, die in Berlijn, Mühlhausen en Gothenberg dirigenten-plaatsen innam, had zijn echt gast-dirigenten-programma meegebracht: Coriolan, 4de van Brahms, Tod und Verklärung en Tannhäuser.
Wanneer men een modern orchest niet als een kudde schapen beschouwt, die heel willig en bang voor den hond, in een oogwenk doen wat hun beduid wordt, dan heeft het optreden van den heer Fock en zijne gelijken, geen nut, want geen verdienste.
Wanneer men een modern orchest beschouwt als een groep van artistieke individualiteiten, die hetzij door eigen inzicht, hetzij door invloed van een vasten leider tot een ‘stijl’ zijn geraakt, dan heeft het optreden van den heer Fock en zijne gelijken ook geen nut, want, óf hij zal zich neer moeten leggen bij dien ‘stijl’, (en waarvoor komt hij dan?) óf hij zal in een oogwenk dien ‘stijl’ moeten veranderen (en wat geeft hem daartoe het recht?). Er zijn zonder twijfel enkele van deze toovenaars, hypnotiseurs op onze wereld, maar dat motiveert hunne wenschelijkheid niet.
Tertium datur....
Het optreden van den heer Dirk Fock was dus nutteloos, doch hij is een van hen, die met minder glans en met minder veroveringsmacht het bestaan moeten wettigen en bewijzen van den anderen Gast-dirigent, die het Concertgebouw in zooveel impasses bracht en brengt: onzen generalissimus Mengelberg.
Als zoodanig vervult de heer Fock zijne ephemere rol uitmuntend. Hij heeft talent, hij heeft routine, hij heeft de Duitsche methode, die volgens de maatstreep dirigeert en de ‘zware’ maatdeelen zwaar neerdrukt, hij heeft niet àl te veel gebaren, hoewel hij er nog verschillende kan missen, hij kent zijn vak en had zelfs goede oogenblikken. Persoonlijke of waardevolle opvattingen kon men niet ontdekken, doch dat zegt niets: plaats iemand drie dagen aan het hoofd van 't departement van Koloniën en eisch dan resultaten? Dat zijn onmogelijkheden. Dat het samenspel hier en daar koorden-danste behoefde ook niet te verwonderen! dit gebeurt immers nog onder Cornelis Dopper, die al zooveel jaren voor het ensemble staat.
Ik houd dus de mogelijkheid open, dat Dirk Fock, indien al deze verdiensten niet alleen op protectie berusten een Mengelberg kan worden, wiens bestaan hij bewijzen moest. Laat hem dan een jaar voor het orchest.
Er brandde hedenavond voor den eersten maal half licht, er was een monster-lauwerkrans na Coriolan en de hoorders toonden weinig uitbundigheid.
‘Tod und Verklärung’ werd het koelst ontvangen en het beroemde hoorn-effect der Tannhäuser-ouverture, dat de dirigent er dubbel-en-dik uithaalde, bracht niet meerdere roering. Er was in de heele muziek van dezen avond, om het ronduit te zeggen, geen greintje toover, stemming of suggestie. Alles bleef methodiek.