Annie Mesritz-van Velthuysen (Concertgebouw) [Derde pianoconcert van Saint-Saëns en Thema met Variaties]
Mevrouw Annie Mesritz-Van Velthuysen speelde het derde piano-concert van Saint-Saëns. Het elegische schijnt in haar temperament sterk geaccentueerd te zijn en als de muziek de fluweeligheid vroeg van een harp, gedempte klank-ritselingen, bladstille pianissimo's, lyrische rhythmen, droom-accoorden en droom-melodieën, dan klonk het zeer mooi van nevelige schoonheid, het bekoorde, omdat het zacht was, omdat het week fluisterde als een vers van De Musset, een beetje traag af en aan deinde, maar ook verliefd en romantisch zong gelijk de zuchten van Helene Swarth. In technisch opzicht was het voortreffelijk en ongewoon fijn van toets. Maar de bravoer van het laatste deel lukte niet erg. Men hoorde te veel oneffenheden in de begeleiding en de pianiste slaagde er niet in ons te boeien met deze panache, die zoowel geestiger als luidruchtiger en enthousiaster moet wuiven - over den dirigent heen.
Ik zou deze oud-leerlinge van het Haagsche Conservatorium met eene ongerimpelde waardeering herdacht hebben, wanneer zij haar Thema met Variaties niet gespeeld had. Het thema kon het allerargelooste Lied zonder Woorden zijn van Mendelssohn en viel reeds wat lang in dezen tijd. Maar de variaties bleken te bestaan uit het ondoorgrondelijkste muzikaal nihilisme. Het is de oudste muziek, welke men ooit hoorde in het Concertgebouw en ik vond maar één opmerking: dat men met zooveel studie en zooveel geduld niets beters, frisschers, levendigers componeert. Alle conservatoria en alle muziekscholen van Nederland, alle vergeten voorvaderen, met Van Bree te beginnen, lachten mij toe uit dit verkwikkelijke notenspel.
Cornelis Dopper dirigeerde (Oxford-symphonie, Le Rouet d'Omphale) en denkt natuurlijk, dat hij de Nederlandsche muziek weer ter wille was. Wij zullen ons nog maar niet laten desillusioneeren, ons evenmin laten verleiden tot getreur. Ooit komt de lente toch.