Ilona Durigo [en Evert Cornelis] (Concertgebouw, kleine zaal) [Bach, Schumann, Wolf en Cornelie van Oosterzee]
Mevrouw Durigo scheen min of meer slecht gedisponeerd te zijn. Zij zong vermoeid; zij zong, leek mij toe, vanuit eene groote neerslachtigheid en de ondertoon van alles, ook als zij schertste, was triest en kwijnend. Zij geraakte ook nergens tot een voldragen uitdrukking. Nergens? Ja, even in het refrein van 't tweede couplet uit Hugo Wolfs Zigeunerin; even een sarcasme dat aansloeg en een satanisch rythme, dat raakte. In het overige was alles zeer bedriegelijk nagebootst en met hare routine en hare techniek bereikte mevrouw Durigo eenige frappante gelijkenis met het binnenste origineel, maar de droeve ondertoon van psychische matheid kon zij niet weggoochelen, zij vibreerde niet en wij behoefden dus niet mee te vibreeren. Een paar vriendelijke stukjes van Schumann (Geisternähe en Aufträge), die altijd succes hebben, mislukten ook nu niet, doch de diepe klanken van het enthousiasme riep de zangeres daar wederom niet op. En de verrukking of de troost van Bach, wiens aria ‘Getrost, Erbarmen kam von Gott’ door de altisten Meerloo en Kint met donkere en zeer verlangende kleuren begeleid werd, deze hemelsche troost bleef uit.
Mevrouw Ilona Durigo introduceerde enkele liederen van Cornelie van Oosterzee, die goed bedoeld en ook wel goed gemaakt zijn, maar geen enkele verovering konden doen. De factuur is degelijk, soms heeft de compositie aardige momenten, zooals in de vogel-imitatie van Vöglein Schwermut: in de begeleiding ‘Winternot’, waar een oogenblik stemming getroffen wordt, maar zij kan inzinkingen nooit vermijden en in het korte bestek van een liedje stemt die gewaarwording eenigszins onbarmhartig, zelfs tegenover eene artiste als Durigo. Het liefelijke Tanzlied was echter eene vergissing en de eenige, die ik de zangeres kwalijk zou kunnen nemen, want hier gingen de banaliteit en de oppervlakkigheid te ver.
Ik heb in Ilona Durigo vroeger dikwijls een oer-temperament gehoord, eene alt met den schoonen, fatalistischen en lokkenden klank. Dat was volmaakt weg. Lag het aan de indispositie? lag het aan de nederdrukkende tijdsomstandigheden? Of is zij zich de zigeuner-accenten langzamerhand gaan ontwennen? Ik had haar gaarne even op zien vlammen want aan zachte sentimentaliteit deed zij ons niet te kort op dezen korten avond.
Evert Cornelis begeleidde en het geheimzinnige voorspel van Wolfs Nachtzauber, zal ik mij lang herinneren. Dat was nóg eene minuut van betooverend geluk.