Hollandsch Strijkkwartet [Een ‘Fransche avond’]
Bij den ‘Franschen avond’, welken het Hollandsch Strijkkwartet zijn abonné's wilde geven als eene herinnering aan de gelukkige uitvoering in het voorjaar, hebben wij, bewonderaars, weer kunnen schouwen in alle verten der toekomst. Men voelt zich bij deze muziek nu eenmaal geen tijdgenoot. Debussy die reeds bij de vorige generatie behoort, heeft nog klanken en accenten, waartegen de helft der wereld zich verzet; vraag dus niet naar Ravel of Roger-Ducasse, twee hernieuwers van wie Ducasse weer het dichtst staat bij grenzen der mogelijkheden. Welk eene rythmiek, niet waar? De melodie zweeft, bewogen maar statig, over een ondefinieerbaar aantal nuances van den klank; iedere toon heeft een andere psyche, een ander gebaar; het geluid breekt door de zeldzaamste prisma's; het wordt ongehoord meervoudig en vermenigvuldigt zich altijd weer op nieuwe wijze; en overal groepeert het zich om de zwevende melodie, van waar elke toon schijnt uit te gaan. Zoo ook wisselt en vloeit samen de kleur, de harmonie, de droom en, wat in deze drie meesters fabelachtig rijk is, de poëzie.
Er waren steeds de fascineerende momenten, waarbij wij deze drie meesters en het ensemble hebben bewonderd. Het springen van een altsnaar agiteerde even dit quartet in zijn virtuoos samenspel, maar overigens: speelden ze ooit enthousiaster en muzikaler? Zij begonnen hun campagne met de beste voorteekenen, het enthousiaste meeleven van een volle zaal.