Concertgebouw-Sextet [Sextuor van T. Genin, Suite van Rameau, Quintet van Magnard en met Aaltje Noordewier-Reddingius Diepenbrocks Geistliches Lied]
De indrukken werden wel een beetje onberekenbaar bij zoo'n programma. In het Sextuor van T. Genin Jeune was werkelijk elke noot te lang, hij spaarde ons niets van alle martelingen der klassieke formules, het kon uit Beethovens tijd zijn en men hoorde tot verbazing, dat de goedige auteur pas twee jaar dood is. Het Sextet heeft veel betere dingen op zijn repertoire en dingen, waarmee het veel meer succes krijgt. Het moet zijn publiek niet te laag taxeeren. Zag het al ooit eene mooie noviteit, al was ze nog zoo modern, vallen? Sem Dresden, in zijn oproep, gaf van het publiek een nauwkeurige analyse: de gewone, onbewuste mensch staat ronduit open voor de schoonheid, hoe ze ook is. Wat een muzikale schriftgeleerde waardeert in Genin Jeune, veroordeelt juist de onbewuste minnaar, die nooit de noten zoekt, doch het hart. Deze minnaars zijn ook altijd de talrijkste en vergissen zich nooit. En het merkwaardige is, dat zij zoowel Diepenbrock en Debussy weten te bewonderen als Mozart en Beethoven.
De solisten moeten dat ook nog leeren inzien. Wij zijn geen van allen warm geworden bij die ongevoelige en hardsteenen aria van Händel (uit ‘Sieg der Zeit und Wahrheit’), noch bij de uiterst beminnelijke stukjes van Spohr, wiens Wiegeliedje zeker niet zoeter en sappiger kan bedacht worden, zelfs niet bij Schubert's ‘Hirt auf dem Felsen’, een tirolertje, dat overigens populair genoeg klinkt. Maar toen mevrouw Noorderwier-Reddingius den ‘Incarnatus est’ van Mozart inzette en zich-zelf langzamerhand in de koele, bovenzinnelijke extase zong, die hààr droom en vervoering is, toen klonk iedere triller en de simpelste toonladder als een heilig geruisch. Dat waren weer de oude, on-aardsche deiningen van melodie en klank. Ieder begreep ze en voelde ze als verschijningen.
Diepenbrock's Geistliches Lied had dezelfde kracht, omdat het denzelfden gloed had. Het is de goddelijke liefde van Novalis, gecomponeerd voor Mevr. Noordewier. De tekst luidt als een gebed, of als eene bladzijde van Suso, den meest romantischen mysticus, de muziek zucht die verliefdheid na in de zachtste, maar ook de huiverendste lente-sensaties. Deze religieuse vurigheid van Diepenbrock blijft toch altijd de tonaliteit van Verlaine's Sagesse zeer nabij en wat is er verrukkelijker dan deze mystieke liefde, van welke men nooit zeker weet, of zij voor een mensch gedacht is of voor een god?
De spelers van het Sextet waren al bewonderenswaardig in de Aria van Mozart, die begeleid werd door hobo, fluit en fagot, een ongeëvenaarde, bloeiende achtergrond voor deze koele extase der sopraan. Het ensemble gaf prachtig spel in de Suite van Rameau, welke door Sem Dresden virtuoos geïnstrumenteerd werd. ‘Le Rappel des Oiseaux’ was een kunststukje voor Klasen, Blanchard, Swager, Tak, De Groen, beurtelings en te zamen: verfijnd realisme van Dresden en zijn uitvoerders. Wat een rhytmiek in deze muziek, welke bijna tweehonderd jaar oud is!
De vier houtblazers waren ook gelukkig in het Geistliches Lied van Diepenbrock, die hier weer een van zijn vèrziende coloristische invallen had, toen hij aan 't ensemble een contrabas toevoegde. Dat kleurde wonderbaarlijk. En ik zou nog enthousiaster zijn als het ensemble het Quintet van Albéric Magnard, een jeugdwerk met allerlei geniale passages, in zijn geheel gespeeld had. Wij bleven nu steken bij het eerste deel en dat was dood-jammer omdat er te veel oppervlakkigheden voor in de plaats stonden.
Gij ziet, een rammelend totaal. Maar er is prachtig gemusiceerd waarvan Evert Cornelis zonder twijfel de innerlijke drijfkracht was. Hij dirigeerde Diepenbrock weer even sensitief als vroeger...... toen hij nog dirigeerde in het Concertgebouw, zou ik haast zeggen.
Het Sextet heeft picturale sympathieën, waarvan een zeldzame beeltenis, op het Rokin geëxposeerd, een gevolg was. Doch Jan Sluyters teekende ook een affiche, waar muziek-hoorenden gelaten magnifiek opschemerden uit een melodischen nevel. Wanneer laat het Sextet een mooi programma-boekje ontwerpen?