Fransche Opera: ‘Faust’ (Stadsschouwburg)
De Fransche Opera eindigde gisteren haar seizoen met Gounod's Faust voor een stampvolle zaal. Roosen zong den Valentijn met eene schoonheid van stem, eene beheersching der techniek en eene artisticiteit, die volmaakt waren. Hij is op dit oogenblik onze meesterzanger. Ook Beckmans bleef bewonderenswaardig als Mephistopheles; Mlle Luart (Marguérite) een tikje mat en vermoeid maar zeer virtuoos. De eerste nieuwe tenor dezen winter, Louis Dern, die den Faust speelde, kan van Roosen nog heel wat leeren. Noch voor lyrische, noch voor dramatische passages heeft hij den juisten en noodigen klank; zijn hoogste register is bijna altijd smakeloos, weinig genuanceerd en onzuiver. In het ballet traden weer op den voorgrond de acrobate-op-den-grooten-teen (er was een heele solo op twéé groote teenen) en de walvisch-danseres; het geheel maakte een pooveren en overbodigen indruk. De koren klonken goed, de wals in het tweede bedrijf zelfs uitstekend en het decor was zoo kleinsteedsch als men het alleen in de hoofdsteden van Nederland ziet. Alles werd echter met buitengewoon veel enthousiasme ontvangen en vaarwel gezegd.