Fransche Opera: Ambroise Thomas, Hamlet (Stadsschouwburg)
Als Roosen een vooruitstrevend man was, die van eene kleine revolutie hield.... Wij hebben nu een Gijsbreght van het Leidsche Plein en een Gijsbreght van Royaards; wij zouden dan een Hamlet hebben van Cav. de Hondt en een Hamlet van Roosen. De onsterfelijkheid van Ambroise Thomas zou weer eene halve eeuw meer waard zijn, het Leidsche Plein kon wat rommel verkoopen aan den Ridder van de oude ruïne en goede zaken maken, terwijl gij, Roosen, de verdienste zoudt hebben eene nieuwe muzikale aera te hebben aangevangen.
Ik behoef mij zonder twijfel niet duidelijker uit te drukken. Shakespeare, en andere merkwaardige dramatici, wier scenerie buitengewone zwarigheden meebrengt, worden opgevoerd volgens moderne principes, die in ieder geval beter zijn dan de uitdragerspraal, welke altijd zieltoogt in eene opera. En zoo gij niet wenscht te vereenvoudigen en bij het wonderbaarlijke realisme wilt blijven (dat in zijn laatste heerlijkheid alleen betaald kan worden door een Louis XIV of een Louis XV) wees dan ten minste logisch en stileer een weinig. En laat mij u een kleine verbetering aan de hand doen voor dezen Hamlet, één uit de honderd.
La fête de Printemps, het lente-feest, waarin de waanzinnige Ophelia het leven verlaat, is als muziek en als scène een der meest grandiose en teedere concepties in de geschiedenis van het theater. Geheel buiten Shakespeare om. Hier is de musicus de schepper en hier bereikt hij dezelfde hoogte van sereniteit als de hedendaagsche menigte nog rillen doet wanneer Antigone afscheid neemt van de bloeiende wereld. Doch ik moet zeggen, dat het mij eenige moeite kost om dit tooneel zóó te zien, want gelijk gij het afdraait is het eene bespotting van alle schoonheid.
Het ballet, dat hier gedanst wordt, symboliseert weer het eeuwige spel der liefde en zou voorgedragen moeten worden door mannen en vrouwen, een eisch, welken men na 25 jaar rythmische gymnastiek en Russische balletten misschien mag stellen. Is ons ballet iets anders dan een lichte metamorphose der antieke mysterie-spelen? Maar in ieder geval mag de solo-danser geene vrouwelijke reuzin zijn, die wiekt als een walvisch en exorbitante gaten in de lucht slaat. Dat beleedigt reeds eene aesthetiek van de bescheidenste eischen. In ieder geval moet gij uwe dansers niet in paarse tricots met belachelijke zwembroekjes steken. In ieder geval mogen uwe danseresjes niet zoo formeel toegetakeld zijn. Er waren onsierlijke rose lijnen, doch dat laat ik passeeren, omdat ook een krom been of tien kromme beenen geen beletsel hoeven te zijn voor de illusie. Maar de belachelijke fladderrokjes van deze tutu's, die ten eerste zoo slecht passen bij de associatie-mogelijkheden onzer hersenen en ten tweede zoo komisch afsteken bij het costuum der witte Ophelia - waarom hebt gij niet stoutmoedig deze fladderrokjes geschrapt? Waarom stileert gij deze danseressen niet een beetje in het milieu? Ik zie in deze scène perspectieven van ongeëvenaarde tooveringen...... Als Royaards daar eens regisseur kon zijn of als gij eens raad aan hem wilde vragen alleen uit bewondering voor zooveel ongeëvenaarde muziek!
Ik heb pas den waanzin moeten beschrijven der Rheingold-vertooning van de Duitsche Opera en vind bij deze voorstelling stof genoeg voor intermezzo's, maar excuseer me: Roosen geeft geene Festspiele. Het moet hem alleen duidelijk worden, dat zijn troep verschillende verbeteringen noodig heeft. Gisteravond speelden er drie eerste-rangs-krachten: Roosen-zelf (Hamlet), Emma Luart (Ophélie) en Beckmans (Claudius); dat is te weinig voor eene opera als Hamlet. Nu had Roosen sublieme momenten en het groote drinklied werd zelfs gebisseerd, Luart was bewonderenswaardig in het heele vierde bedrijf en Beckmans had als koning niet veel te zingen. Maar de schim van Dukers was helaas beter zichtbaar dan hoorbaar in het bioscooplicht, dat men eigenlijk maar bij Tristan, de Walküre of Parzifal moest laten; de Laërte van Maudier, de doodgravers van Lutmers en Piran waren nauwelijks meer dan middelmatig en ik prijs liever den anoniemen saxophoon- en bazuin-virtuoos uit het orkest. Dit zijn dingen, die Roosen zich herinneren moet voor het volgend seizoen. Het koor, het orkest en de dirigent dat gaat wel.