Madrigaal-vereeniging (Concertgebouw, grote zaal) [Palestrina, Sweelinck, Gastoldi, Waelrant, Ingenhoven en Diepenbrock]
Ongeveer hetzelfde programma, dat Sem Dresden met zijn Madrigaal-vereeniging eenigen tijd geleden uitvoerde in de kleine zaal van het Concertgebouw, werd gisteren herhaald in de groote zaal. De dag was mooi van vochtig zonlicht en het publiek zat dus schraal tegenover het groote en leege podium, welks ruimte de acht zangers verzwolg. Maar de weg des roems is nog langer en moeilijker dan de weg der deugd en ik hoop, dat de Madrigaal-vereeniging haar teleurstelling te boven komt. Want ik hoorde zelden een zoo gecristalliseerde muziek als gisteren. De leegte en de holle stilte der zaal verstrooiden den klank en verminderden hem tot een wonderlijk broos, klaar en stralend geluid, waarvan de harmonie geheel nieuwe en ongekende schoonheid kreeg. Een gewone drieklank had iets verrukkelijks.
Er werd gezongen van Palestrina (fragmenten uit de Missa Brevis), van Sweelinck, Gastoldi, Waelrant, Ingenhoven (o bone Jesu en het uiterst moeilijke ‘Nous n'irons plus au bois’), Diepenbrock (Auf dem See, Dämmerung en Den Uil), met verschillende onverwachte successen.