Fransche Opera: La Veuve Joyeuse (Théâtre Royal de La Haye)
Gisteravond gaf de Fransche Opera een eerste opvoering in Nederland van ‘La Veuve joyeuse’ (Die lustige Witwe) en ik ben naar Den Haag gegaan, om dit schandaal hij te wonen.
Het eerste geluid, dat ik hoorde, was een contrabas, die zuchten maakte van een automobiel-hoorn, het laatste een applausje van honderd menschen. Het schijnt, dat de heer Roosen, directeur van deze mauvaise plaisanterie, zijn ondergang wil en dat hij met een waanzin geslagen is. Hij had een reputatie te redden van de Fransche Opera, die reeds jaren parasiteert op een verouderd, onveranderlijk repertoire. Hij is hoofd van een gezelschap kunstenaars en haalt menschen in zijn troep, die niet zingen kunnen, waggelbeenende travesti's van zangers. De directeur Roosen wil zelf doorgaan voor een kunstenaar en dwingt den allervoortreffelijksten tenor Maudier om zich te prostitueeren aan eene banale en idiote vondeling-muziek, aan clownsmoppen en dwingt hem om gansch den avond te schreeuwen c'est affolant, c'est affolant. Is de heer Roosen waanzinnig, om zulk een ignomineuze dwangarbeid op te leggen aan een kunstenaar en heeft de directeur alle zelfrespect verloren? De directeur! Is de heer Roosen leider van 'n uitstekend gezelschap om 't te ruineeren? Heeft hij zóó weinig kijk op de tijdsomstandigheden en zijn publiek, dat hij de Fransche Opera, welker directie hem zooveel moeiten en intriges gekost heeft, riskeert aan eene directioneele stommiteit en ‘La Veuve joyeuse’ ondanks alle waarschuwingen, opvoert voor een zaal van tweehonderd menschen? De directeur! Weet de heer Roosen zóó weinig, wat hem tegenwoordig past in Nederland, dat hij, leider eener onderneming, welke gesubsidieerd wordt met 30.000 gulden, van zijn schouwburg een vergaarbak maakt van decadente muziek? En wie handhaaft deze subsidie van 30.000 gulden? Zijn er in Nederland geen verdienstelijker werken te subsidieeren dan deze falsificaties van kunst en kunstenaarschap?
De directeur Roosen verliest ieder recht op achting en welwillendheid, wanneer hij voortgaat met deze onbehoorlijkheden. Het is triestig en affolant, om deze Franschen, van wier nationaliteit ik niet overtuigd ben, maar die toch Fransch spreken, de barbaarschheden en de ongeciviliseerde dialogen te hooren voordragen. Ik zal u geen uitspraken citeeren van groote meesters, om de operette als zoodanig te veroordeelen, daar zij zich zelf reeds lang veroordeeld heeft. Het is een genre, waarvan de degeneratie elk jaar, dat 't leeft erger wordt, dat onophoudelijk eindigt met erger platheden, en ergerlijker schijn-van-schoonheid. Het is een genre, dat idiotismen veronderstelt in den mensch en neigingen tot immoreele muziek waarvoor men zich schaamt. Alles in dit genre is leugen: de geestigheid, de onbeschoftheid, de vroolijkheid, de verliefdheid. Alles is leugen, vooral de muziek, deze verregaande vondeling-muziek. En dit is bovendien de zooveelste operette, waarin menschen belachelijk en onbetrouwbaar worden voorgesteld, die niet tot de Duitsche Confederatie behooren.
Ik heb den heer Roosen nog slechts één verzoek te doen. Wanneer hij pure amusementskunst wil geven met zijn gezelschap, dan is het goede terrein onbegrensd: hij kan beginnen met Grétry bij wien alle Duitsche operette-componisten in hun onbestaand niet verzinken. Wanneer hij zich niet stoort aan de leege zaal en aan de vele waarschuwingen, bij welke ik ook de mijne voeg, doch zich liever stoort aan de tantièmes van een of anderen componist, dan zal het niet aan pogingen ontbreken, om zijne 30.000 guldens subsidie spoedig te doen overdragen aan mannen, die beter hun tijd en beter hunne kunst achten. Hij wage zich in ieder geval niet in Amsterdam met deze operettes.