Opera Italiana: Il Barbiere di Siviglia (Paleis voor Volksvlijt)
De barbier van Sevilla wordt 27 December 1916 honderd jaar oud en leeft nog in eene beroemdheid, welke door geen enkelen oorlog is onderbroken of betwist, die alle crisissen doorstaan heeft, vooral de crisis van het Wagnerianisme. En cavaliere De Hondt ensceneert het volgend jaar eene feestvoorstelling, met dezelfde bezetting, hetzelfde orchest, denzelfden dirigent, - maar met een décor, dat minder desillusioneert bij deze fonkelende muziek en costumes, waarin getracht wordt naar meer harmonie.
Er komt 'n tweede voorstelling van de Barbiere, want de zaal was bijna vol en er is voortdurend geapplaudisseerd bij open doek. Signorina Bevignani intoneert zonder aarzelen eene hooge re, zij zingt de coloratuur in de aardigste kleur en met het mooiste staccato. Eene Bosina, die gebisseerd is na zestig jaar philosophisch, idealistisch, moraliseerend en aesthetiseerend muziek-drama! De Bertha van Signorina Barbaro klonk jonger en leek minder geroutineerd, maar ze heeft haar rolletje gezongen, alsof 't een rol was. Salvaneschi en d'Andria hebben mij geboeid van de serenade af, de een als Almaviva en de ander als Figaro. Hun schoonheid van stem en ontroerende uitdrukking legden zij in Rossini's lyriek, hun geest en intense levendigheid in de recitatieven.
Wanneer hoor ik zulke bewogen en verrassend gesproken recitatieven in eene Nederlandsche opera? Hier dacht ik aan den nieuwen directeur der Tooneelschool, die bij zijn openingsrede een citaat gaf uit Cicero: Oratio est quasi cantus obscurior, het gesprek is als een schemerend gezang; - en niet omgekeerd!
Baldelli was een geweldige Basilio, van zijne geestige aria af over de kwaadsprekerij, een bas van het zuiverste klokkenbrons en met een onovertrefbare dictie; hij overschaduwt di Paoli (Bartolo), maar wie zingt tegen zulken kunstenaar op? Het koor had weinig te doen en het orchest speelde het juiste rythme, dat bij Rossini hoort, den juisten toon en het volle leven.