Fransche Opera: Thaïs (Stadsschouwburg)
Omdat wij blij zijn met ballet en ballet-muziek, hebben wij respect voor les dames du ballet, en behandelen haar met zachtheid en kalmte. Maar Roosen, directeur der Fransche Opera, en des dames du ballet, is aan 't revolutioneeren in zijn troep, zonder dat men het merkt, en - er zijn grenzen. Dat een circuspaard er niet in slaagt om zijn lichaam in sierlijke bochten te draaien op de maat van sierlijke muziek en met 'n eenvoudig been eene vage aanwijzing doet, neem ik het dier niet kwalijk; doch dat eene danseres niet meer vermag dan zoo'n paar vage of brutale aanduidingen van haar linker of rechter been met zoo weinig virtuositeit, dat men duidelijk ziet hoe ze bij 't toppunt is van haar equilibristische toeren - dat is te sterk, niets dan acrobaten-mogelijkheden, en zonder het minste artistiek inzicht van dansen, dat is te sterk. Zulke grappenmakers moeten niet later vervangen worden door een korist die er naast zingt.
Overigens alle mogelijke hulde aan den directeur Roosen, die energiek verbetert. De koren waren uitmuntend: geciviliseerd van klank en muzikaal van intonatie; de costumes waren buitengewoon kleurrijk en zouden een negerland zonder slag of stoot veroverd hebben; de décors hielden een juiste en rechtvaardige rekening met onze melodramatische wenschen; de belichting voldeed prachtig, zoowel in den stikdonkeren nacht als bij de zonneklare droomen van Athanaël.
De ascetischen, verstorvenen en verliefden Athanaël werd gezongen door Roosen. Roosen is als zanger op 't oogenblik de allervoortreffelijkste, dien wij in ons land hooren, een penetrante bariton, welke de verzonken nuances heeft der schemering in zijn mooi gecuivreerden klank. En zie eens: Wij noodigen zoovele Duitsche operazangers en -zangeressen uit in het Concertgebouw - waarom noodigen wij nooit Roosen of zijne schitterende en sublieme partners? Denkt gij dat ze niet zingen kunnen? Zij bezitten de techniek van tien Duitsche conservatoria, doch er moeten hier reputaties en relaties onderhouden worden.
Roosen was lyrisch en klankschoon als Athanaël, Emmy Luart was eene Thaïs, gelijk kluizenaars ze droomen: gebeeldhouwd in de teederste lijnen en met eene stem, die in haar hoogste krachten de gordijnen van mist scheurt, welke ons van de schoonheid afsluiten. Maudier zong zijn Nicias met zeer veel weelde van zuidelijke stem en is een tenor, dien ik spoedig in een belangrijker rol hoop te hooren. Ook de rest der tweede-rollen was met veel critiek en onderscheiding bezet, het orkest zeer goed, de dirigent nog altijd beheerscht en afgemeten, de zaal vol en de muziek van Massenet eene glorie voor Frankrijk.