Speenhoff (Concertgebouw, kleine zaal)
Speenhoff gaf met zijne vrouw eene séance en hij was natuurlijk weer goed. Geweldig succes en eene volle zaal. ‘'t Is anders’, zegt Speenhoff, en zooals ik hem hoor, die veroordeeld ben om met epische en didactische Duitsche symphonieën en liederen te leven, zal 't wel anders zijn. Maar Speenhoff is een der drie of vier muzikale Hollandsche componisten die ik ken, en als hij er zin in had, moest men hem leeraar in de declamatie maken aan het Amsterdamsche conservatorium, het geconserveerde instituut, dat geen declamatie doceert, zooals vanzelf spreekt. Er is zooveel gezond verstand in zijne melodie, zooveel bewonderenswaardig instinct en levende rythmiek, dat zijn liederen in ieder geval aan dat conservatorium bestudeerd moesten worden. Zooals anderen hem respecteeren als dichter en kunstenaar van 't woord, zoo respecteer ik hem als musicus. En wanneer men niet zoo stom was geweest om Wagner te bestudeeren in plaats van Speenhoff, dan hadden we niet het gezanik der insolvente Nederlandsche Opera's. Van Speenhoff kan men leeren hoe men onze taal zingt en muzikaliseert.
Het is niet anders.
Er waren een stuk of vier nieuwe liedjes onder de verschillende stilleventjes, karikaturen, epigrammen, satires en fabels van vroeger. Mevrouw Speenhoff zong den kinderoorlog, zeer geestig in zijn slotcouplet, zij zong de Minneklacht van 'n Verlaten Meisje, ‘die er ondanks de mobilisatie nog veel zijn’, zooals mevr. Speenhoff ze alleen zingen kan met haar bedwelmend-nasalen klank, die voortdurend warmer ontbloeide. Het tweestemmig refrein is een stukje van Mozart, Grétry of Mahler waard.
De groote successen, geloof ik, sluimeren altijd in het refrein, dat, meegeneuried door de menigte, die Speenhoff vriendelijk uitnoodigt, de kleine zaal met den apollinischen Apollo, verandert in eene Olympische ruimte. Ik voel daar associaties met de weelderigste muziek en bewonder Speenhoff als den zangrijken kunstenaar.
Het is niet anders, wat onze pedanten, onze anti-democratische eunuken er ook van zeggen.
De groote successen waren het Lotje je maakt me verlegen, De inbraak bij Treub en zijn herdershond die om het kwartier 't Wien Neerlands bloed blaft, de parodie op de Verkade-kunst-in-blik (‘Verkade vult de leege potjes, en Enny zet den prijs er op’), op de vereerders der Mengelberg-concerten, De dikke Mie, etc.
Speenhoff is onze Villon, die aan een Berg-op-Zoomsche galg verdient te komen, waarop hij meermalen gezinspeeld heeft.