Fransche Opera: Faust (Stadsschouwburg)
De Fransche Opera gaf Faust in eene zeldzaam harmonieerende bezetting en eene ongehoorde, vlotte reproductie, welke gegroeid scheen uit de traditie van het gezelschap. De Mefisto van Beckmans was de duivelachtigste duivel, die alle melodramatische trucs en alle [roo?]de belichtingen den avond lang heeft uitgevent; men wenschte zijne stem slechts even scherp omlijnd als zijne actie. De Faust van Dister was boeiend en zangrijk; hij overtrof zich niet meer na het eerste tableau, maar dat was ook magistraal en indrukwekkend. Emma Luart speelde de Marguérite in de teerste naïveteit, bloeiend van jeugd en met nuances van stem, welke volmaakt zijn, zoodat het duo in den maannacht een adagio werd van de sereenste muziek. Ook de Valentijn (Danlée) was een virtuoos in het melodramatisch accent en hij stierf zoo vervaarlijk, dat ik betwijfel of het indruk maakte. De Siebel van Gilberte Andrée sloot zich melodisch aan bij het geheel, waarin ook de koren en het orchest een zeer bevredigend aandeel hadden. De wals was het hoogtepunt der ensembles, welke Deveux objectief en rustig geleid heeft. De vurigheid kwam van de spelers.
Geen succès fou, maar een volle zaal.