Derde concert voor een Conservatorium-orgel
Ofschoon er in het Paleis voor Volksvlijt een uitstekende orgel oud staat te worden, zonder dat iemand 't ooit gebruikt, ofschoon er in 't Concertgebouw een uitstekend orgel gratis disponibel is, ofschoon ik niet begrijp, waarom het Amsterdamsche publiek het geld moet dokken (men kon het instrument ook aan de gemeente vragen) voor een orgel, dat niemand interesseert, - ik hoop toch dat het ding er komt. Wanneer ik echter eenig verstand heb van rekenen, moeten er minstens nog 50 van deze concerten gegeven worden vóór het orgel er is en 150 als de concerten elkaar een beetje vlug volgen. Want de belangstelling voor deze uitvoeringen is even gering als de belangstelling voor het conservatorium, omdat de uitvoeringen evenveel waard zijn als het conservatorium, dat de laatste jaren een aantal menschen te eten geeft, die niets praesteeren en een aantal leerlingen vormt, die ook niets praesteeren. Wij, stervelingen, zullen de komst van het orgel (na de 50 of 150 concerten) dus niet meer beleven.
Ondertusschen is er aardig muziek gemaakt, aardig op de indifferentste en koelste wijze, muziek die indifferent werd ontvangen. De directeur Röntgen speelde met mevr. Bosmans-Benedicts en het Conservatorium-orkest een concert voor twee piano's van Bach en ter eere van mevr. Bosmans, moet ik zeggen, dat men geen onderscheid waarnam tusschen haar en den directeur. Dit stuk stond onder leiding van den heer Mossel, die, evenals Hekking, gaat dirigeeren en 't heel handig doet; hij sloeg zijne vier kwarten zalvend en statig - als hij nu maar niet denkt, dat dit dirigeeren is. Het violen-ensemble klonk aardig en indifferent. Hier hadden we dus het Conservatorium-orkest? Er waren een paar geleende krachten bij (ik denk ten minste dat de meer bejaarde heeren contra-bassisten geene conservatorium-leerlingen zijn) en wat zou het Conservatorium moeten leenen, als er een volledig orkest noodig was!
Ik zag niet de menschen in de zaal, van wie men mag vermoeden, dat zij een orgel kunnen betalen. Als men den heer Röntgen, die in Amsterdam een aardig spaarpotje verzamelde, en op wonderlijke wijze directeur werd van het Conservatorium, eens zoo'n instrument cadeau vroeg? Het zou ons 50 of 150 concerten sparen.